Nawrocki deed een beroep op Zelensky voor "volledige" opgravingen in Wolhynië

Aankomend president Karol Nawrocki deed in Chełm een beroep op de Oekraïense president Volodymyr Zelensky om de mogelijkheid van grootschalige opgravingen in Wolhynië te bepleiten. Hij benadrukte dat de slachtoffers van de genocide niet schreeuwen om wraak, maar om een "kruis", een "graf" en "herinnering", en dat hij verplicht is "met hun stem te spreken".

Aankomend president Karol Nawrocki nam deel aan de herdenkingsceremonie voor de slachtoffers van de Volhynische genocide in het Wolhynische Herdenkingsmuseum, dat momenteel wordt geopend in Chełm (provincie Lublin). "Wij, Polen, hebben het recht om de Volhynische genocide te herdenken, ongeacht de veranderende tijden en omstandigheden. En we zullen herdenken," benadrukte Nawrocki.

Zoals hij benadrukte: "Er zijn geen naties die zijn uitgekozen om hun lijden uit het verleden te herbeleven." "We kunnen niet accepteren dat ons, Polen, het recht wordt ontzegd om de slachtoffers van de genocide in Volhynië te begraven, want het is geen wraak waar ze om vragen: ze vragen om een kruis, ze vragen om een graf, ze vragen om herdenking, en als toekomstig president van Polen ben ik verplicht om met hun stem te spreken. Niemand zal mij hiervan vrijspreken," benadrukte Nawrocki.

In zijn toespraak richtte de aankomend president zich tot de Oekraïense president Volodymyr Zelensky en de Oekraïense ambassadeur in Polen. "Nogmaals, mijnheer de ambassadeur, als aankomend president wil ik Uwe Excellentie en president Zelensky officieel verzoeken om grootschalige opgravingen in Wolhynië te verrichten. De Polen wachten op deze waarheid, en (...) de families in Wolhynië lijden nog steeds onder het trauma van 82 jaar geleden," zei hij.

Volgens Nawrocki is dit noodzakelijk om ervoor te zorgen dat Polen en Oekraïne "werkelijk met elkaar verzoend" worden "door middel van de waarheid".

De Oekraïense ambassadeur in Polen, Vasyl Bodnar, bedankte het publiek voor de uitnodiging voor deze "treurige maar zeer noodzakelijke ceremonie" en benadrukte dat hij het er volledig mee eens was dat de toekomst alleen op de waarheid kan worden gebouwd. "Maar we moeten openlijk over deze geschiedenis praten. Noem de misdaad natuurlijk een misdaad. Bied je excuses aan en bied je excuses aan, maar eer ook de nagedachtenis van de slachtoffers die het nodig hebben, aan beide zijden van de grens," aldus de ambassadeur.

Hij herinnerde eraan dat er onlangs opgravingen hadden plaatsgevonden in Późniki, met verdere opgravingen gepland voor Zboiska in Lviv, en dat er werd gewacht op vergunningen voor werkzaamheden in Ugła, Huta Pieniacka en andere locaties die door de Poolse kant waren aangevraagd. Hij benadrukte de noodzaak van dialoog tussen Poolse en Oekraïense experts en historici. Hij verzekerde dat de Oekraïense kant openstond voor dialoog, zelfs over moeilijke kwesties. "Het is nu belangrijk voor ons dat Polen zich sinds het begin van de oorlog heeft opengesteld en Oekraïne helpt in de strijd tegen Rusland. Oekraïne is vandaag de dag bebloed en gemarteld, maar het staat op en verdedigt onze gedeelde vrijheid," zei Bodnar.

Brieven aan de deelnemers aan de ceremonie in Chełm werden ook gestuurd door PiS-leider Jarosław Kaczyński en vice-premier en minister van Nationale Defensie Władysław Kosiniak-Kamysz.

Tijdens de ceremonie ondertekende burgemeester Jakub Banaszek van Chełm de documenten die de aankondiging van een aanbesteding voor de voorbereiding van de ontwerpdocumentatie voor de modernisering van de voor het museum bestemde gebouwen autoriseerden. "Ik zet mij ervoor in om dit instituut tot een goed einde te brengen. Ik ben ervan overtuigd dat burgemeester Karol Nawrocki dit instituut officieel zal openen," zei hij. Hij nodigde ook president Zelensky uit voor een bezoek aan het museum.

In 2020 werd in Chełm begonnen met de oprichting van het Herdenkingsmuseum voor de Slachtoffers van de Massamoord in Wolhynië en het Centrum voor Herdenking en Verzoening Lech Kaczyński. In 2022 verwierf het stadsbestuur, dankzij een subsidie van ongeveer 4 miljoen zloty uit de reserve van de premier, een complex van elf voormalige tsaristische gebouwen aan de Hrubieszowska-straat.

De kosten voor de bouw van de faciliteit werden geraamd op 180 miljoen PLN, waarvan 162 miljoen PLN een subsidie van het Ministerie van Cultuur en Nationaal Erfgoed zou zijn. De stad Chełm heeft toegezegd het concept en de technische documentatie voor het project te zullen voorbereiden. De resterende investering zou door het Ministerie van Cultuur worden uitgevoerd.

De overeenkomst tussen Chełm en het Ministerie van Cultuur, die voorzag in een bouwsubsidie en een besluit tot medebeheer van de instelling, werd in november 2023 ondertekend. Enkele maanden later, in januari 2024, besloot het ministerie de overeenkomst te beëindigen – zoals onder andere werd uitgelegd vanwege een gebrek aan financiële middelen om aan de miljoenenverplichtingen te voldoen. De stad Chełm spande hierover een rechtszaak aan.

In zijn toespraak benadrukte Karol Nawrocki dat het belangrijke en unieke museum in Chełm "zelfs tegen de besluiten van het Ministerie van Cultuur en Nationaal Erfgoed van de huidige regering in moet worden opgericht." – Dit museum moet worden opgericht en dit museum zal altijd de steun hebben van de president van Polen – aldus de aankomende president.

De herdenkingsdag voor de Poolse slachtoffers van de genocide die door Oekraïense nationalisten werd gepleegd op burgers van de Tweede Poolse Republiek, wordt gevierd op 11 juli, op de verjaardag van Bloedige Zondag.

Op 11 en 12 juli 1943 lanceerde het Oekraïense Opstandelingenleger een gecoördineerde aanval op Polen in 150 steden in de districten Volodymyr, Horokhiv, Kovel en Loetsk. Onderzoekers schatten dat alleen al op 11 juli ongeveer 8000 Polen om het leven zijn gekomen, doodgeschoten of gedood met bijlen, hooivorken of messen. Dit was het hoogtepunt van de moordpartijen tussen februari 1943 en het voorjaar van 1945.

In totaal stierven in deze periode meer dan 100.000 Polen in Wolhynië en Oost-Galicië, vermoord door UPA-eenheden en de lokale Oekraïense bevolking. De massamoorden in Wolhynië leidden tot Poolse vergeldingsmaatregelen, waarbij 10.000 tot 12.000 Oekraïners omkwamen, waaronder 3.000 tot 5.000 in Wolhynië en Oost-Galicië.

Polen en Oekraïne zijn al lang verdeeld door hun herinneringen aan de rol van de Organisatie van Oekraïense Nationalisten en het Oekraïense Opstandelingenleger, die tussen 1943 en 1945 een genocidale etnische zuivering van Polen pleegden. Terwijl Polen dit zag als genocide (zowel massaal als georganiseerd), zagen Oekraïners het als het resultaat van een symmetrisch gewapend conflict waarvoor beide partijen in gelijke mate verantwoordelijk waren. Bovendien beschouwen veel Oekraïners de OUN en UPA als uitsluitend anti-Sovjet, en niet als anti-Poolse organisaties vanwege hun naoorlogse verzet tegen de USSR.

In juni van dit jaar nam de Sejm op initiatief van de Poolse Volkspartij (PSL) een wet aan die 11 juli tot nationale feestdag uitroept, de Dag van Herdenking van Polen – Slachtoffers van de Genocide Gepleegd door de OUN-UPA in de oostelijke grensgebieden van de Tweede Poolse Republiek. President Andrzej Duda ondertekende de wet begin juli. (PAP)

ren/ sno/ par/

Aankomend president Karol Nawrocki deed in Chełm een beroep op de Oekraïense president Volodymyr Zelensky om de mogelijkheid van grootschalige opgravingen in Wolhynië te bepleiten. Hij benadrukte dat de slachtoffers van de genocide niet schreeuwen om wraak, maar om een "kruis", een "graf" en "herinnering", en dat hij verplicht is "met hun stem te spreken".

Aankomend president Karol Nawrocki nam deel aan de herdenkingsceremonie voor de slachtoffers van de Volhynische genocide in het Wolhynische Herdenkingsmuseum, dat momenteel wordt geopend in Chełm (provincie Lublin). "Wij, Polen, hebben het recht om de Volhynische genocide te herdenken, ongeacht de veranderende tijden en omstandigheden. En we zullen herdenken," benadrukte Nawrocki.

Zoals hij benadrukte: "Er zijn geen naties die zijn uitgekozen om hun lijden uit het verleden te herbeleven." "We kunnen niet accepteren dat ons, Polen, het recht wordt ontzegd om de slachtoffers van de genocide in Volhynië te begraven, want het is geen wraak waar ze om vragen: ze vragen om een kruis, ze vragen om een graf, ze vragen om herdenking, en als toekomstig president van Polen ben ik verplicht om met hun stem te spreken. Niemand zal mij hiervan vrijspreken," benadrukte Nawrocki.

In zijn toespraak richtte de aankomend president zich tot de Oekraïense president Volodymyr Zelensky en de Oekraïense ambassadeur in Polen. "Nogmaals, mijnheer de ambassadeur, als aankomend president wil ik Uwe Excellentie en president Zelensky officieel verzoeken om grootschalige opgravingen in Wolhynië te verrichten. De Polen wachten op deze waarheid, en (...) de families in Wolhynië lijden nog steeds onder het trauma van 82 jaar geleden," zei hij.

Volgens Nawrocki is dit noodzakelijk om ervoor te zorgen dat Polen en Oekraïne "werkelijk met elkaar verzoend" worden "door middel van de waarheid".

De Oekraïense ambassadeur in Polen, Vasyl Bodnar, bedankte het publiek voor de uitnodiging voor deze "treurige maar zeer noodzakelijke ceremonie" en benadrukte dat hij het er volledig mee eens was dat de toekomst alleen op de waarheid kan worden gebouwd. "Maar we moeten openlijk over deze geschiedenis praten. Noem de misdaad natuurlijk een misdaad. Bied je excuses aan en bied je excuses aan, maar eer ook de nagedachtenis van de slachtoffers die het nodig hebben, aan beide zijden van de grens," aldus de ambassadeur.

Hij herinnerde eraan dat er onlangs opgravingen hadden plaatsgevonden in Późniki, met verdere opgravingen gepland voor Zboiska in Lviv, en dat er werd gewacht op vergunningen voor werkzaamheden in Ugła, Huta Pieniacka en andere locaties die door de Poolse kant waren aangevraagd. Hij benadrukte de noodzaak van dialoog tussen Poolse en Oekraïense experts en historici. Hij verzekerde dat de Oekraïense kant openstond voor dialoog, zelfs over moeilijke kwesties. "Het is nu belangrijk voor ons dat Polen zich sinds het begin van de oorlog heeft opengesteld en Oekraïne helpt in de strijd tegen Rusland. Oekraïne is vandaag de dag bebloed en gemarteld, maar het staat op en verdedigt onze gedeelde vrijheid," zei Bodnar.

Brieven aan de deelnemers aan de ceremonie in Chełm werden ook gestuurd door PiS-leider Jarosław Kaczyński en vice-premier en minister van Nationale Defensie Władysław Kosiniak-Kamysz.

Tijdens de ceremonie ondertekende burgemeester Jakub Banaszek van Chełm de documenten die de aankondiging van een aanbesteding voor de voorbereiding van de ontwerpdocumentatie voor de modernisering van de voor het museum bestemde gebouwen autoriseerden. "Ik zet mij ervoor in om dit instituut tot een goed einde te brengen. Ik ben ervan overtuigd dat burgemeester Karol Nawrocki dit instituut officieel zal openen," zei hij. Hij nodigde ook president Zelensky uit voor een bezoek aan het museum.

In 2020 werd in Chełm begonnen met de oprichting van het Herdenkingsmuseum voor de Slachtoffers van de Massamoord in Wolhynië en het Centrum voor Herdenking en Verzoening Lech Kaczyński. In 2022 verwierf het stadsbestuur, dankzij een subsidie van ongeveer 4 miljoen zloty uit de reserve van de premier, een complex van elf voormalige tsaristische gebouwen aan de Hrubieszowska-straat.

De kosten voor de bouw van de faciliteit werden geraamd op 180 miljoen PLN, waarvan 162 miljoen PLN een subsidie van het Ministerie van Cultuur en Nationaal Erfgoed zou zijn. De stad Chełm heeft toegezegd het concept en de technische documentatie voor het project te zullen voorbereiden. De resterende investering zou door het Ministerie van Cultuur worden uitgevoerd.

De overeenkomst tussen Chełm en het Ministerie van Cultuur, die voorzag in een bouwsubsidie en een besluit tot medebeheer van de instelling, werd in november 2023 ondertekend. Enkele maanden later, in januari 2024, besloot het ministerie de overeenkomst te beëindigen – zoals onder andere werd uitgelegd vanwege een gebrek aan financiële middelen om aan de miljoenenverplichtingen te voldoen. De stad Chełm spande hierover een rechtszaak aan.

In zijn toespraak benadrukte Karol Nawrocki dat het belangrijke en unieke museum in Chełm "zelfs tegen de besluiten van het Ministerie van Cultuur en Nationaal Erfgoed van de huidige regering in moet worden opgericht." – Dit museum moet worden opgericht en dit museum zal altijd de steun hebben van de president van Polen – aldus de aankomende president.

De herdenkingsdag voor de Poolse slachtoffers van de genocide die door Oekraïense nationalisten werd gepleegd op burgers van de Tweede Poolse Republiek, wordt gevierd op 11 juli, op de verjaardag van Bloedige Zondag.

Op 11 en 12 juli 1943 lanceerde het Oekraïense Opstandelingenleger een gecoördineerde aanval op Polen in 150 steden in de districten Volodymyr, Horokhiv, Kovel en Loetsk. Onderzoekers schatten dat alleen al op 11 juli ongeveer 8000 Polen om het leven zijn gekomen, doodgeschoten of gedood met bijlen, hooivorken of messen. Dit was het hoogtepunt van de moordpartijen tussen februari 1943 en het voorjaar van 1945.

In totaal stierven in deze periode meer dan 100.000 Polen in Wolhynië en Oost-Galicië, vermoord door UPA-eenheden en de lokale Oekraïense bevolking. De massamoorden in Wolhynië leidden tot Poolse vergeldingsmaatregelen, waarbij 10.000 tot 12.000 Oekraïners omkwamen, waaronder 3.000 tot 5.000 in Wolhynië en Oost-Galicië.

Polen en Oekraïne zijn al lang verdeeld door hun herinneringen aan de rol van de Organisatie van Oekraïense Nationalisten en het Oekraïense Opstandelingenleger, die tussen 1943 en 1945 een genocidale etnische zuivering van Polen pleegden. Terwijl Polen dit zag als genocide (zowel massaal als georganiseerd), zagen Oekraïners het als het resultaat van een symmetrisch gewapend conflict waarvoor beide partijen in gelijke mate verantwoordelijk waren. Bovendien beschouwen veel Oekraïners de OUN en UPA als uitsluitend anti-Sovjet, en niet als anti-Poolse organisaties vanwege hun naoorlogse verzet tegen de USSR.

In juni van dit jaar nam de Sejm op initiatief van de Poolse Volkspartij (PSL) een wet aan die 11 juli tot nationale feestdag uitroept, de Dag van Herdenking van Polen – Slachtoffers van de Genocide Gepleegd door de OUN-UPA in de oostelijke grensgebieden van de Tweede Poolse Republiek. President Andrzej Duda ondertekende de wet begin juli. (PAP)

ren/ sno/ par/

Aankomend president Karol Nawrocki deed in Chełm een beroep op de Oekraïense president Volodymyr Zelensky om de mogelijkheid van grootschalige opgravingen in Wolhynië te bepleiten. Hij benadrukte dat de slachtoffers van de genocide niet schreeuwen om wraak, maar om een "kruis", een "graf" en "herinnering", en dat hij verplicht is "met hun stem te spreken".

Aankomend president Karol Nawrocki nam deel aan de herdenkingsceremonie voor de slachtoffers van de Volhynische genocide in het Wolhynische Herdenkingsmuseum, dat momenteel wordt geopend in Chełm (provincie Lublin). "Wij, Polen, hebben het recht om de Volhynische genocide te herdenken, ongeacht de veranderende tijden en omstandigheden. En we zullen herdenken," benadrukte Nawrocki.

Zoals hij benadrukte: "Er zijn geen naties die zijn uitgekozen om hun lijden uit het verleden te herbeleven." "We kunnen niet accepteren dat ons, Polen, het recht wordt ontzegd om de slachtoffers van de genocide in Volhynië te begraven, want het is geen wraak waar ze om vragen: ze vragen om een kruis, ze vragen om een graf, ze vragen om herdenking, en als toekomstig president van Polen ben ik verplicht om met hun stem te spreken. Niemand zal mij hiervan vrijspreken," benadrukte Nawrocki.

In zijn toespraak richtte de aankomend president zich tot de Oekraïense president Volodymyr Zelensky en de Oekraïense ambassadeur in Polen. "Nogmaals, mijnheer de ambassadeur, als aankomend president wil ik Uwe Excellentie en president Zelensky officieel verzoeken om grootschalige opgravingen in Wolhynië te verrichten. De Polen wachten op deze waarheid, en (...) de families in Wolhynië lijden nog steeds onder het trauma van 82 jaar geleden," zei hij.

Volgens Nawrocki is dit noodzakelijk om ervoor te zorgen dat Polen en Oekraïne "werkelijk met elkaar verzoend" worden "door middel van de waarheid".

De Oekraïense ambassadeur in Polen, Vasyl Bodnar, bedankte het publiek voor de uitnodiging voor deze "treurige maar zeer noodzakelijke ceremonie" en benadrukte dat hij het er volledig mee eens was dat de toekomst alleen op de waarheid kan worden gebouwd. "Maar we moeten openlijk over deze geschiedenis praten. Noem de misdaad natuurlijk een misdaad. Bied je excuses aan en bied je excuses aan, maar eer ook de nagedachtenis van de slachtoffers die het nodig hebben, aan beide zijden van de grens," aldus de ambassadeur.

Hij herinnerde eraan dat er onlangs opgravingen hadden plaatsgevonden in Późniki, met verdere opgravingen gepland voor Zboiska in Lviv, en dat er werd gewacht op vergunningen voor werkzaamheden in Ugła, Huta Pieniacka en andere locaties die door de Poolse kant waren aangevraagd. Hij benadrukte de noodzaak van dialoog tussen Poolse en Oekraïense experts en historici. Hij verzekerde dat de Oekraïense kant openstond voor dialoog, zelfs over moeilijke kwesties. "Het is nu belangrijk voor ons dat Polen zich sinds het begin van de oorlog heeft opengesteld en Oekraïne helpt in de strijd tegen Rusland. Oekraïne is vandaag de dag bebloed en gemarteld, maar het staat op en verdedigt onze gedeelde vrijheid," zei Bodnar.

Brieven aan de deelnemers aan de ceremonie in Chełm werden ook gestuurd door PiS-leider Jarosław Kaczyński en vice-premier en minister van Nationale Defensie Władysław Kosiniak-Kamysz.

Tijdens de ceremonie ondertekende burgemeester Jakub Banaszek van Chełm de documenten die de aankondiging van een aanbesteding voor de voorbereiding van de ontwerpdocumentatie voor de modernisering van de voor het museum bestemde gebouwen autoriseerden. "Ik zet mij ervoor in om dit instituut tot een goed einde te brengen. Ik ben ervan overtuigd dat burgemeester Karol Nawrocki dit instituut officieel zal openen," zei hij. Hij nodigde ook president Zelensky uit voor een bezoek aan het museum.

In 2020 werd in Chełm begonnen met de oprichting van het Herdenkingsmuseum voor de Slachtoffers van de Massamoord in Wolhynië en het Centrum voor Herdenking en Verzoening Lech Kaczyński. In 2022 verwierf het stadsbestuur, dankzij een subsidie van ongeveer 4 miljoen zloty uit de reserve van de premier, een complex van elf voormalige tsaristische gebouwen aan de Hrubieszowska-straat.

De kosten voor de bouw van de faciliteit werden geraamd op 180 miljoen PLN, waarvan 162 miljoen PLN een subsidie van het Ministerie van Cultuur en Nationaal Erfgoed zou zijn. De stad Chełm heeft toegezegd het concept en de technische documentatie voor het project te zullen voorbereiden. De resterende investering zou door het Ministerie van Cultuur worden uitgevoerd.

De overeenkomst tussen Chełm en het Ministerie van Cultuur, die voorzag in een bouwsubsidie en een besluit tot medebeheer van de instelling, werd in november 2023 ondertekend. Enkele maanden later, in januari 2024, besloot het ministerie de overeenkomst te beëindigen – zoals onder andere werd uitgelegd vanwege een gebrek aan financiële middelen om aan de miljoenenverplichtingen te voldoen. De stad Chełm spande hierover een rechtszaak aan.

In zijn toespraak benadrukte Karol Nawrocki dat het belangrijke en unieke museum in Chełm "zelfs tegen de besluiten van het Ministerie van Cultuur en Nationaal Erfgoed van de huidige regering in moet worden opgericht." – Dit museum moet worden opgericht en dit museum zal altijd de steun hebben van de president van Polen – aldus de aankomende president.

De herdenkingsdag voor de Poolse slachtoffers van de genocide die door Oekraïense nationalisten werd gepleegd op burgers van de Tweede Poolse Republiek, wordt gevierd op 11 juli, op de verjaardag van Bloedige Zondag.

Op 11 en 12 juli 1943 lanceerde het Oekraïense Opstandelingenleger een gecoördineerde aanval op Polen in 150 steden in de districten Volodymyr, Horokhiv, Kovel en Loetsk. Onderzoekers schatten dat alleen al op 11 juli ongeveer 8000 Polen om het leven zijn gekomen, doodgeschoten of gedood met bijlen, hooivorken of messen. Dit was het hoogtepunt van de moordpartijen tussen februari 1943 en het voorjaar van 1945.

In totaal stierven in deze periode meer dan 100.000 Polen in Wolhynië en Oost-Galicië, vermoord door UPA-eenheden en de lokale Oekraïense bevolking. De massamoorden in Wolhynië leidden tot Poolse vergeldingsmaatregelen, waarbij 10.000 tot 12.000 Oekraïners omkwamen, waaronder 3.000 tot 5.000 in Wolhynië en Oost-Galicië.

Polen en Oekraïne zijn al lang verdeeld door hun herinneringen aan de rol van de Organisatie van Oekraïense Nationalisten en het Oekraïense Opstandelingenleger, die tussen 1943 en 1945 een genocidale etnische zuivering van Polen pleegden. Terwijl Polen dit zag als genocide (zowel massaal als georganiseerd), zagen Oekraïners het als het resultaat van een symmetrisch gewapend conflict waarvoor beide partijen in gelijke mate verantwoordelijk waren. Bovendien beschouwen veel Oekraïners de OUN en UPA als uitsluitend anti-Sovjet, en niet als anti-Poolse organisaties vanwege hun naoorlogse verzet tegen de USSR.

In juni van dit jaar nam de Sejm op initiatief van de Poolse Volkspartij (PSL) een wet aan die 11 juli tot nationale feestdag uitroept, de Dag van Herdenking van Polen – Slachtoffers van de Genocide Gepleegd door de OUN-UPA in de oostelijke grensgebieden van de Tweede Poolse Republiek. President Andrzej Duda ondertekende de wet begin juli. (PAP)

ren/ sno/ par/

Aankomend president Karol Nawrocki deed in Chełm een beroep op de Oekraïense president Volodymyr Zelensky om de mogelijkheid van grootschalige opgravingen in Wolhynië te bepleiten. Hij benadrukte dat de slachtoffers van de genocide niet schreeuwen om wraak, maar om een "kruis", een "graf" en "herinnering", en dat hij verplicht is "met hun stem te spreken".

Aankomend president Karol Nawrocki nam deel aan de herdenkingsceremonie voor de slachtoffers van de Volhynische genocide in het Wolhynische Herdenkingsmuseum, dat momenteel wordt geopend in Chełm (provincie Lublin). "Wij, Polen, hebben het recht om de Volhynische genocide te herdenken, ongeacht de veranderende tijden en omstandigheden. En we zullen herdenken," benadrukte Nawrocki.

Zoals hij benadrukte: "Er zijn geen naties die zijn uitgekozen om hun lijden uit het verleden te herbeleven." "We kunnen niet accepteren dat ons, Polen, het recht wordt ontzegd om de slachtoffers van de genocide in Volhynië te begraven, want het is geen wraak waar ze om vragen: ze vragen om een kruis, ze vragen om een graf, ze vragen om herdenking, en als toekomstig president van Polen ben ik verplicht om met hun stem te spreken. Niemand zal mij hiervan vrijspreken," benadrukte Nawrocki.

In zijn toespraak richtte de aankomend president zich tot de Oekraïense president Volodymyr Zelensky en de Oekraïense ambassadeur in Polen. "Nogmaals, mijnheer de ambassadeur, als aankomend president wil ik Uwe Excellentie en president Zelensky officieel verzoeken om grootschalige opgravingen in Wolhynië te verrichten. De Polen wachten op deze waarheid, en (...) de families in Wolhynië lijden nog steeds onder het trauma van 82 jaar geleden," zei hij.

Volgens Nawrocki is dit noodzakelijk om ervoor te zorgen dat Polen en Oekraïne "werkelijk met elkaar verzoend" worden "door middel van de waarheid".

De Oekraïense ambassadeur in Polen, Vasyl Bodnar, bedankte het publiek voor de uitnodiging voor deze "treurige maar zeer noodzakelijke ceremonie" en benadrukte dat hij het er volledig mee eens was dat de toekomst alleen op de waarheid kan worden gebouwd. "Maar we moeten openlijk over deze geschiedenis praten. Noem de misdaad natuurlijk een misdaad. Bied je excuses aan en bied je excuses aan, maar eer ook de nagedachtenis van de slachtoffers die het nodig hebben, aan beide zijden van de grens," aldus de ambassadeur.

Hij herinnerde eraan dat er onlangs opgravingen hadden plaatsgevonden in Późniki, met verdere opgravingen gepland voor Zboiska in Lviv, en dat er werd gewacht op vergunningen voor werkzaamheden in Ugła, Huta Pieniacka en andere locaties die door de Poolse kant waren aangevraagd. Hij benadrukte de noodzaak van dialoog tussen Poolse en Oekraïense experts en historici. Hij verzekerde dat de Oekraïense kant openstond voor dialoog, zelfs over moeilijke kwesties. "Het is nu belangrijk voor ons dat Polen zich sinds het begin van de oorlog heeft opengesteld en Oekraïne helpt in de strijd tegen Rusland. Oekraïne is vandaag de dag bebloed en gemarteld, maar het staat op en verdedigt onze gedeelde vrijheid," zei Bodnar.

Brieven aan de deelnemers aan de ceremonie in Chełm werden ook gestuurd door PiS-leider Jarosław Kaczyński en vice-premier en minister van Nationale Defensie Władysław Kosiniak-Kamysz.

Tijdens de ceremonie ondertekende burgemeester Jakub Banaszek van Chełm de documenten die de aankondiging van een aanbesteding voor de voorbereiding van de ontwerpdocumentatie voor de modernisering van de voor het museum bestemde gebouwen autoriseerden. "Ik zet mij ervoor in om dit instituut tot een goed einde te brengen. Ik ben ervan overtuigd dat burgemeester Karol Nawrocki dit instituut officieel zal openen," zei hij. Hij nodigde ook president Zelensky uit voor een bezoek aan het museum.

In 2020 werd in Chełm begonnen met de oprichting van het Herdenkingsmuseum voor de Slachtoffers van de Massamoord in Wolhynië en het Centrum voor Herdenking en Verzoening Lech Kaczyński. In 2022 verwierf het stadsbestuur, dankzij een subsidie van ongeveer 4 miljoen zloty uit de reserve van de premier, een complex van elf voormalige tsaristische gebouwen aan de Hrubieszowska-straat.

De kosten voor de bouw van de faciliteit werden geraamd op 180 miljoen PLN, waarvan 162 miljoen PLN een subsidie van het Ministerie van Cultuur en Nationaal Erfgoed zou zijn. De stad Chełm heeft toegezegd het concept en de technische documentatie voor het project te zullen voorbereiden. De resterende investering zou door het Ministerie van Cultuur worden uitgevoerd.

De overeenkomst tussen Chełm en het Ministerie van Cultuur, die voorzag in een bouwsubsidie en een besluit tot medebeheer van de instelling, werd in november 2023 ondertekend. Enkele maanden later, in januari 2024, besloot het ministerie de overeenkomst te beëindigen – zoals onder andere werd uitgelegd vanwege een gebrek aan financiële middelen om aan de miljoenenverplichtingen te voldoen. De stad Chełm spande hierover een rechtszaak aan.

In zijn toespraak benadrukte Karol Nawrocki dat het belangrijke en unieke museum in Chełm "zelfs tegen de besluiten van het Ministerie van Cultuur en Nationaal Erfgoed van de huidige regering in moet worden opgericht." – Dit museum moet worden opgericht en dit museum zal altijd de steun hebben van de president van Polen – aldus de aankomende president.

De herdenkingsdag voor de Poolse slachtoffers van de genocide die door Oekraïense nationalisten werd gepleegd op burgers van de Tweede Poolse Republiek, wordt gevierd op 11 juli, op de verjaardag van Bloedige Zondag.

Op 11 en 12 juli 1943 lanceerde het Oekraïense Opstandelingenleger een gecoördineerde aanval op Polen in 150 steden in de districten Volodymyr, Horokhiv, Kovel en Loetsk. Onderzoekers schatten dat alleen al op 11 juli ongeveer 8000 Polen om het leven zijn gekomen, doodgeschoten of gedood met bijlen, hooivorken of messen. Dit was het hoogtepunt van de moordpartijen tussen februari 1943 en het voorjaar van 1945.

In totaal stierven in deze periode meer dan 100.000 Polen in Wolhynië en Oost-Galicië, vermoord door UPA-eenheden en de lokale Oekraïense bevolking. De massamoorden in Wolhynië leidden tot Poolse vergeldingsmaatregelen, waarbij 10.000 tot 12.000 Oekraïners omkwamen, waaronder 3.000 tot 5.000 in Wolhynië en Oost-Galicië.

Polen en Oekraïne zijn al lang verdeeld door hun herinneringen aan de rol van de Organisatie van Oekraïense Nationalisten en het Oekraïense Opstandelingenleger, die tussen 1943 en 1945 een genocidale etnische zuivering van Polen pleegden. Terwijl Polen dit zag als genocide (zowel massaal als georganiseerd), zagen Oekraïners het als het resultaat van een symmetrisch gewapend conflict waarvoor beide partijen in gelijke mate verantwoordelijk waren. Bovendien beschouwen veel Oekraïners de OUN en UPA als uitsluitend anti-Sovjet, en niet als anti-Poolse organisaties vanwege hun naoorlogse verzet tegen de USSR.

In juni van dit jaar nam de Sejm op initiatief van de Poolse Volkspartij (PSL) een wet aan die 11 juli tot nationale feestdag uitroept, de Dag van Herdenking van Polen – Slachtoffers van de Genocide Gepleegd door de OUN-UPA in de oostelijke grensgebieden van de Tweede Poolse Republiek. President Andrzej Duda ondertekende de wet begin juli. (PAP)

ren/ sno/ par/

Aankomend president Karol Nawrocki deed in Chełm een beroep op de Oekraïense president Volodymyr Zelensky om de mogelijkheid van grootschalige opgravingen in Wolhynië te bepleiten. Hij benadrukte dat de slachtoffers van de genocide niet schreeuwen om wraak, maar om een "kruis", een "graf" en "herinnering", en dat hij verplicht is "met hun stem te spreken".

Aankomend president Karol Nawrocki nam deel aan de herdenkingsceremonie voor de slachtoffers van de Volhynische genocide in het Wolhynische Herdenkingsmuseum, dat momenteel wordt geopend in Chełm (provincie Lublin). "Wij, Polen, hebben het recht om de Volhynische genocide te herdenken, ongeacht de veranderende tijden en omstandigheden. En we zullen herdenken," benadrukte Nawrocki.

Zoals hij benadrukte: "Er zijn geen naties die zijn uitgekozen om hun lijden uit het verleden te herbeleven." "We kunnen niet accepteren dat ons, Polen, het recht wordt ontzegd om de slachtoffers van de genocide in Volhynië te begraven, want het is geen wraak waar ze om vragen: ze vragen om een kruis, ze vragen om een graf, ze vragen om herdenking, en als toekomstig president van Polen ben ik verplicht om met hun stem te spreken. Niemand zal mij hiervan vrijspreken," benadrukte Nawrocki.

In zijn toespraak richtte de aankomend president zich tot de Oekraïense president Volodymyr Zelensky en de Oekraïense ambassadeur in Polen. "Nogmaals, mijnheer de ambassadeur, als aankomend president wil ik Uwe Excellentie en president Zelensky officieel verzoeken om grootschalige opgravingen in Wolhynië te verrichten. De Polen wachten op deze waarheid, en (...) de families in Wolhynië lijden nog steeds onder het trauma van 82 jaar geleden," zei hij.

Volgens Nawrocki is dit noodzakelijk om ervoor te zorgen dat Polen en Oekraïne "werkelijk met elkaar verzoend" worden "door middel van de waarheid".

De Oekraïense ambassadeur in Polen, Vasyl Bodnar, bedankte het publiek voor de uitnodiging voor deze "treurige maar zeer noodzakelijke ceremonie" en benadrukte dat hij het er volledig mee eens was dat de toekomst alleen op de waarheid kan worden gebouwd. "Maar we moeten openlijk over deze geschiedenis praten. Noem de misdaad natuurlijk een misdaad. Bied je excuses aan en bied je excuses aan, maar eer ook de nagedachtenis van de slachtoffers die het nodig hebben, aan beide zijden van de grens," aldus de ambassadeur.

Hij herinnerde eraan dat er onlangs opgravingen hadden plaatsgevonden in Późniki, met verdere opgravingen gepland voor Zboiska in Lviv, en dat er werd gewacht op vergunningen voor werkzaamheden in Ugła, Huta Pieniacka en andere locaties die door de Poolse kant waren aangevraagd. Hij benadrukte de noodzaak van dialoog tussen Poolse en Oekraïense experts en historici. Hij verzekerde dat de Oekraïense kant openstond voor dialoog, zelfs over moeilijke kwesties. "Het is nu belangrijk voor ons dat Polen zich sinds het begin van de oorlog heeft opengesteld en Oekraïne helpt in de strijd tegen Rusland. Oekraïne is vandaag de dag bebloed en gemarteld, maar het staat op en verdedigt onze gedeelde vrijheid," zei Bodnar.

Brieven aan de deelnemers aan de ceremonie in Chełm werden ook gestuurd door PiS-leider Jarosław Kaczyński en vice-premier en minister van Nationale Defensie Władysław Kosiniak-Kamysz.

Tijdens de ceremonie ondertekende burgemeester Jakub Banaszek van Chełm de documenten die de aankondiging van een aanbesteding voor de voorbereiding van de ontwerpdocumentatie voor de modernisering van de voor het museum bestemde gebouwen autoriseerden. "Ik zet mij ervoor in om dit instituut tot een goed einde te brengen. Ik ben ervan overtuigd dat burgemeester Karol Nawrocki dit instituut officieel zal openen," zei hij. Hij nodigde ook president Zelensky uit voor een bezoek aan het museum.

In 2020 werd in Chełm begonnen met de oprichting van het Herdenkingsmuseum voor de Slachtoffers van de Massamoord in Wolhynië en het Centrum voor Herdenking en Verzoening Lech Kaczyński. In 2022 verwierf het stadsbestuur, dankzij een subsidie van ongeveer 4 miljoen zloty uit de reserve van de premier, een complex van elf voormalige tsaristische gebouwen aan de Hrubieszowska-straat.

De kosten voor de bouw van de faciliteit werden geraamd op 180 miljoen PLN, waarvan 162 miljoen PLN een subsidie van het Ministerie van Cultuur en Nationaal Erfgoed zou zijn. De stad Chełm heeft toegezegd het concept en de technische documentatie voor het project te zullen voorbereiden. De resterende investering zou door het Ministerie van Cultuur worden uitgevoerd.

De overeenkomst tussen Chełm en het ministerie van Cultuur die de subsidie voor de bouw en beslissing om de instelling in november 2023 te vergeleiden, innoveert in november 2023. Enkele maanden later, in januari 2024. Het ministerie besloot het te beëindigen - zoals uitgelegd - inclusief vanwege het gebrek aan geld voor de uitvoering van multi -million verplichtingen. De stad Chełm heeft in dit geval een rechtszaak aangespannen.

Karol Nawrocki benadrukte in zijn toespraak dat een belangrijk en uniek museum in Chełm "zelfs in strijd is met de beslissingen van het ministerie van Cultuur en het nationale erfgoed van de huidige regering" - dit museum moet worden gecreëerd en dit museum zal altijd de steun hebben van de president van Polen - zei president Elekt.

De dag van het geheugen van Polen -slachtoffers van genocide gemaakt door Oekraïense nationalisten op burgers van de Tweede Poolse Republiek wordt gevierd op 11 juli, op de verjaardag van een bloedige zondag.

Op 11 en 12 juli 1943 maakte het Oekraïense opstandige leger een gecoördineerde aanval op Polen in 150 steden in de Włodzimierz, Horochów, Kowel en łuck Poviats. Volgens onderzoekers konden slechts 8.000 sterven op 11 juli. Polen die werden neergeschoten of gedood met bijl, vorken of messen. Het was een Apogee van moorden gehouden van februari 1943 tot voorjaar 1945.

In totaal stierven meer dan 100.000 in Wołyń en Oost -Galicië in deze periode. Polen, vermoord door UPA -troepen en lokale Oekraïense mensen. De Volyn-misdaad veroorzaakte Poolse vergelding, waardoor 10-12 duizend stierf. Oekraïners, waaronder 3-5 duizend in Volhynia en Oost-Galicië.

Polen en Oekraïne verschillen vele jaren van de rol van de organisatie van Oekraïense nationalisten en het Oekraïense opstandige leger, dat in 1943-45 genocidale etnische zuivering op polen pleegde. Terwijl het voor de Poolse zijde een misdaad van genocide was (massa en georganiseerd), was het voor de Oekraïners het resultaat van een symmetrisch gewapend conflict, waarvoor beide partijen even verantwoordelijk waren. Bovendien worden voor veel Oekraïners Oun en UPA vanwege hun post -oorlog weerstandsbeweging naar de USSR gezien als alleen anti -Sovjet, geen anti -polish organisaties.

Tijdens het initiatief van PSL aanvaardde de SEJM in juni van dit jaar de wet op de oprichting van de staatsdag op 11 juli als een dag van herinnering aan Poles-Victims van de genocide gemaakt door de OUN-UPA in de oostelijke grensgebieden van de Tweede Poolse Republiek. President Andrzej Duda heeft het begin juli ondertekend. (Pap)

Ren/ sno/ par/

President Elekt Karol Nawrocki ging in Chełm in beroep bij de president van Oekraïne Volodymyr Zelanski voor de mogelijkheid om volledig schalen in Volhynia te nemen. Hij benadrukte dat de slachtoffers van genocide geen wraak oproepen, maar "kruis", "graf" en "geheugen", en hij is verplicht "hun stem te spreken".

President Elekt Karol Nawrocki in het gebied van het Museum van het Memorial of Slachtoffers van de Volyn Slaughter opgericht in Chełm (Lublin) nam deel aan de herdenking van de slachtoffers van de genocide in Volhynia. - Wij palen, moeder, het recht om te onthouden over Volyn Genocide, ongeacht veranderende tijden en omstandigheden. En we zullen het onthouden - benadrukte Nawrocki.

Zoals hij opmerkte: "Er zijn geen landen gekozen om hun lijden aan het verleden te ervaren." - We kunnen het er niet mee eens zijn dat we worden geweigerd, Polen, het recht om de slachtoffers van Volhynia -genocide te begraven, omdat ze geen wraak oproepen: ze vragen om het kruis, roepen om een graf, roep tot geheugen en als de toekomstige Poolse president ben ik verplicht om in hun stem te spreken. Niemand zal me vertragen - benadrukte Nawrocki.

In zijn toespraak wendde de president van Elekt zich tot de president van Oekraïne Volodymyr Zelanski en de Oekraïense ambassadeur in Polen. - Nogmaals, de heer Ambassador, als president van Elek, wilde ik officieel Excellentie en president Zelanski vragen om de mogelijkheid om volledige -schaal opgeleid in Volhynia te nemen. Polen wachten op deze waarheid en (...) Volyn -families lijden nog steeds in verband met het trauma dat 82 jaar geleden plaatsvond - zei hij.

Volgens Nawrocki is dit noodzakelijk voor Polen en Oekraïne om 'zichzelf te verzoenen' en 'vanwege de waarheid'.

De Oekraïense ambassadeur in Polen Wasyl Bodnar, bedankt voor het uitnodigen van deze "trieste maar broodnodige viering" benadrukte dat hij het er volledig mee eens is dat de toekomst alleen kan worden gebouwd op de waarheid. - maar we moeten openlijk over dit verhaal praten. Noem de misdaad natuurlijk een misdaad. Mijn excuses en bied mijn excuses aan, maar ook om de herinnering aan die slachtoffers te aanbidden die het nodig hebben, aan beide zijden van de grens - zei de ambassadeur.

Hij herinnerde eraan dat opgraven werk onlangs werd uitgevoerd, de volgende zijn in Zboiska in Lviv en toestemming om te werken in de gastheer, Huta Pieniacka en andere plaatsen, die de Poolse kant vraagt. Hij benadrukte dat een dialoog van Poolse en Oekraïense experts en historici ook nodig was. Hij verzekerde dat de Oekraïense kant ook open staat voor dialoog in moeilijke zaken. - Het is belangrijk voor ons nu met Polen is geopend sinds het begin van de oorlog en helpt Oekraïne in de strijd tegen Rusland. Oekraïne is bloedig, vandaag gekweld, maar staat en verdedigt onze gemeenschappelijke vrijheid - zei Bodnar.

Brieven aan de deelnemers aan de ceremonie in Chełm werden ook gestuurd door PIS-president Jarosław Kaczyński en vice-premier van National Defense Władysław Kosiniak-Kamysz.

Tijdens de ceremonie ondertekende president Chełm Jakub Banaszek documenten waardoor de aanbesteding projectdocumentatie kon voorbereiden met betrekking tot de modernisering van gebouwen die bedoeld zijn voor de activiteiten van het museum. - Ik verbind ik dat deze instelling tot het einde zal worden geïmplementeerd. Ik geloof dat president Karol Nawrocki deze instelling plechtig zal openen - zei hij. Hij nodigde ook uit voor het Museum van de president van Zelnski.

Het creëren in het chełm -museum van de herinnering aan de slachtoffers van de Volyn Slaughter en het Herinnerings- en verzoeningscentrum Lech Kaczyński begon in 2020. De zelfbestuur van de stad in 2022, dankzij een subsidie van ongeveer. PLN 4 miljoen uit het reservaat van de premier, verwierf een complex van 11 voormalige tsaristische gebouwen bij UL. Hrubieszowska.

De kosten voor het creëren van de instelling werden vervolgens geschat op PLN 180 miljoen, waarvan PLN 162 miljoen een subsidie zou zijn van het ministerie van Cultuur en het nationale erfgoed. De stad Chełm verbond zich om het concept en de technische documentatie van de onderneming voor te bereiden. De rest van de investering moest worden geïmplementeerd door het ministerie van Cultuur.

De overeenkomst tussen Chełm en het ministerie van Cultuur die de subsidie voor de bouw en beslissing om de instelling in november 2023 te vergeleiden, innoveert in november 2023. Enkele maanden later, in januari 2024. Het ministerie besloot het te beëindigen - zoals uitgelegd - inclusief vanwege het gebrek aan geld voor de uitvoering van multi -million verplichtingen. De stad Chełm heeft in dit geval een rechtszaak aangespannen.

Karol Nawrocki benadrukte in zijn toespraak dat een belangrijk en uniek museum in Chełm "zelfs in strijd is met de beslissingen van het ministerie van Cultuur en het nationale erfgoed van de huidige regering" - dit museum moet worden gecreëerd en dit museum zal altijd de steun hebben van de president van Polen - zei president Elekt.

De dag van het geheugen van Polen -slachtoffers van genocide gemaakt door Oekraïense nationalisten op burgers van de Tweede Poolse Republiek wordt gevierd op 11 juli, op de verjaardag van een bloedige zondag.

Op 11 en 12 juli 1943 maakte het Oekraïense opstandige leger een gecoördineerde aanval op Polen in 150 steden in de Włodzimierz, Horochów, Kowel en łuck Poviats. Volgens onderzoekers konden slechts 8.000 sterven op 11 juli. Polen die werden neergeschoten of gedood met bijl, vorken of messen. Het was een Apogee van moorden gehouden van februari 1943 tot voorjaar 1945.

In totaal stierven meer dan 100.000 in Wołyń en Oost -Galicië in deze periode. Polen, vermoord door UPA -troepen en lokale Oekraïense mensen. De Volyn-misdaad veroorzaakte Poolse vergelding, waardoor 10-12 duizend stierf. Oekraïners, waaronder 3-5 duizend in Volhynia en Oost-Galicië.

Polen en Oekraïne verschillen vele jaren van de rol van de organisatie van Oekraïense nationalisten en het Oekraïense opstandige leger, dat in 1943-45 genocidale etnische zuivering op polen pleegde. Terwijl het voor de Poolse zijde een misdaad van genocide was (massa en georganiseerd), was het voor de Oekraïners het resultaat van een symmetrisch gewapend conflict, waarvoor beide partijen even verantwoordelijk waren. Bovendien worden voor veel Oekraïners Oun en UPA vanwege hun post -oorlog weerstandsbeweging naar de USSR gezien als alleen anti -Sovjet, geen anti -polish organisaties.

Tijdens het initiatief van PSL aanvaardde de SEJM in juni van dit jaar de wet op de oprichting van de staatsdag op 11 juli als een dag van herinnering aan Poles-Victims van de genocide gemaakt door de OUN-UPA in de oostelijke grensgebieden van de Tweede Poolse Republiek. President Andrzej Duda heeft het begin juli ondertekend. (Pap)

Ren/ sno/ par/

President Elekt Karol Nawrocki ging in Chełm in beroep bij de president van Oekraïne Volodymyr Zelanski voor de mogelijkheid om volledig schalen in Volhynia te nemen. Hij benadrukte dat de slachtoffers van genocide geen wraak oproepen, maar "kruis", "graf" en "geheugen", en hij is verplicht "hun stem te spreken".

President Elekt Karol Nawrocki in het gebied van het Museum van het Memorial of Slachtoffers van de Volyn Slaughter opgericht in Chełm (Lublin) nam deel aan de herdenking van de slachtoffers van de genocide in Volhynia. - Wij palen, moeder, het recht om te onthouden over Volyn Genocide, ongeacht veranderende tijden en omstandigheden. En we zullen het onthouden - benadrukte Nawrocki.

Zoals hij opmerkte: "Er zijn geen landen gekozen om hun lijden aan het verleden te ervaren." - We kunnen het er niet mee eens zijn dat we worden geweigerd, Polen, het recht om de slachtoffers van Volhynia -genocide te begraven, omdat ze geen wraak oproepen: ze vragen om het kruis, roepen om een graf, roep tot geheugen en als de toekomstige Poolse president ben ik verplicht om in hun stem te spreken. Niemand zal me vertragen - benadrukte Nawrocki.

In zijn toespraak wendde de president van Elekt zich tot de president van Oekraïne Volodymyr Zelanski en de Oekraïense ambassadeur in Polen. - Nogmaals, de heer Ambassador, als president van Elek, wilde ik officieel Excellentie en president Zelanski vragen om de mogelijkheid om volledige -schaal opgeleid in Volhynia te nemen. Polen wachten op deze waarheid en (...) Volyn -families lijden nog steeds in verband met het trauma dat 82 jaar geleden plaatsvond - zei hij.

Volgens Nawrocki is dit noodzakelijk voor Polen en Oekraïne om 'zichzelf te verzoenen' en 'vanwege de waarheid'.

De Oekraïense ambassadeur in Polen Wasyl Bodnar, bedankt voor het uitnodigen van deze "trieste maar broodnodige viering" benadrukte dat hij het er volledig mee eens is dat de toekomst alleen kan worden gebouwd op de waarheid. - maar we moeten openlijk over dit verhaal praten. Noem de misdaad natuurlijk een misdaad. Mijn excuses en bied mijn excuses aan, maar ook om de herinnering aan die slachtoffers te aanbidden die het nodig hebben, aan beide zijden van de grens - zei de ambassadeur.

Hij herinnerde eraan dat opgraven werk onlangs werd uitgevoerd, de volgende zijn in Zboiska in Lviv en toestemming om te werken in de gastheer, Huta Pieniacka en andere plaatsen, die de Poolse kant vraagt. Hij benadrukte dat een dialoog van Poolse en Oekraïense experts en historici ook nodig was. Hij verzekerde dat de Oekraïense kant ook open staat voor dialoog in moeilijke zaken. - Het is belangrijk voor ons nu met Polen is geopend sinds het begin van de oorlog en helpt Oekraïne in de strijd tegen Rusland. Oekraïne is bloedig, vandaag gekweld, maar staat en verdedigt onze gemeenschappelijke vrijheid - zei Bodnar.

Brieven aan de deelnemers aan de ceremonie in Chełm werden ook gestuurd door PIS-president Jarosław Kaczyński en vice-premier van National Defense Władysław Kosiniak-Kamysz.

Tijdens de ceremonie ondertekende president Chełm Jakub Banaszek documenten waardoor de aanbesteding projectdocumentatie kon voorbereiden met betrekking tot de modernisering van gebouwen die bedoeld zijn voor de activiteiten van het museum. - Ik verbind ik dat deze instelling tot het einde zal worden geïmplementeerd. Ik geloof dat president Karol Nawrocki deze instelling plechtig zal openen - zei hij. Hij nodigde ook uit voor het Museum van de president van Zelnski.

Het creëren in het chełm -museum van de herinnering aan de slachtoffers van de Volyn Slaughter en het Herinnerings- en verzoeningscentrum Lech Kaczyński begon in 2020. De zelfbestuur van de stad in 2022, dankzij een subsidie van ongeveer. PLN 4 miljoen uit het reservaat van de premier, verwierf een complex van 11 voormalige tsaristische gebouwen bij UL. Hrubieszowska.

De kosten voor het creëren van de instelling werden vervolgens geschat op PLN 180 miljoen, waarvan PLN 162 miljoen een subsidie zou zijn van het ministerie van Cultuur en het nationale erfgoed. De stad Chełm verbond zich om het concept en de technische documentatie van de onderneming voor te bereiden. De rest van de investering moest worden geïmplementeerd door het ministerie van Cultuur.

De overeenkomst tussen Chełm en het ministerie van Cultuur die de subsidie voor de bouw en beslissing om de instelling in november 2023 te vergeleiden, innoveert in november 2023. Enkele maanden later, in januari 2024. Het ministerie besloot het te beëindigen - zoals uitgelegd - inclusief vanwege het gebrek aan geld voor de uitvoering van multi -million verplichtingen. De stad Chełm heeft in dit geval een rechtszaak aangespannen.

Karol Nawrocki benadrukte in zijn toespraak dat een belangrijk en uniek museum in Chełm "zelfs in strijd is met de beslissingen van het ministerie van Cultuur en het nationale erfgoed van de huidige regering" - dit museum moet worden gecreëerd en dit museum zal altijd de steun hebben van de president van Polen - zei president Elekt.

De dag van het geheugen van Polen -slachtoffers van genocide gemaakt door Oekraïense nationalisten op burgers van de Tweede Poolse Republiek wordt gevierd op 11 juli, op de verjaardag van een bloedige zondag.

Op 11 en 12 juli 1943 maakte het Oekraïense opstandige leger een gecoördineerde aanval op Polen in 150 steden in de Włodzimierz, Horochów, Kowel en łuck Poviats. Volgens onderzoekers konden slechts 8.000 sterven op 11 juli. Polen die werden neergeschoten of gedood met bijl, vorken of messen. Het was een Apogee van moorden gehouden van februari 1943 tot voorjaar 1945.

In totaal stierven meer dan 100.000 in Wołyń en Oost -Galicië in deze periode. Polen, vermoord door UPA -troepen en lokale Oekraïense mensen. De Volyn-misdaad veroorzaakte Poolse vergelding, waardoor 10-12 duizend stierf. Oekraïners, waaronder 3-5 duizend in Volhynia en Oost-Galicië.

Polen en Oekraïne verschillen vele jaren van de rol van de organisatie van Oekraïense nationalisten en het Oekraïense opstandige leger, dat in 1943-45 genocidale etnische zuivering op polen pleegde. Terwijl het voor de Poolse zijde een misdaad van genocide was (massa en georganiseerd), was het voor de Oekraïners het resultaat van een symmetrisch gewapend conflict, waarvoor beide partijen even verantwoordelijk waren. Bovendien worden voor veel Oekraïners Oun en UPA vanwege hun post -oorlog weerstandsbeweging naar de USSR gezien als alleen anti -Sovjet, geen anti -polish organisaties.

Tijdens het initiatief van PSL aanvaardde de SEJM in juni van dit jaar de wet op de oprichting van de staatsdag op 11 juli als een dag van herinnering aan Poles-Victims van de genocide gemaakt door de OUN-UPA in de oostelijke grensgebieden van de Tweede Poolse Republiek. President Andrzej Duda heeft het begin juli ondertekend. (Pap)

Ren/ sno/ par/

President Elekt Karol Nawrocki ging in Chełm in beroep bij de president van Oekraïne Volodymyr Zelanski voor de mogelijkheid om volledig schalen in Volhynia te nemen. Hij benadrukte dat de slachtoffers van genocide geen wraak oproepen, maar "kruis", "graf" en "geheugen", en hij is verplicht "hun stem te spreken".

President Elekt Karol Nawrocki in het gebied van het Museum van het Memorial of Slachtoffers van de Volyn Slaughter opgericht in Chełm (Lublin) nam deel aan de herdenking van de slachtoffers van de genocide in Volhynia. - Wij palen, moeder, het recht om te onthouden over Volyn Genocide, ongeacht veranderende tijden en omstandigheden. En we zullen het onthouden - benadrukte Nawrocki.

Zoals hij opmerkte: "Er zijn geen landen gekozen om hun lijden aan het verleden te ervaren." - We kunnen het er niet mee eens zijn dat we worden geweigerd, Polen, het recht om de slachtoffers van Volhynia -genocide te begraven, omdat ze geen wraak oproepen: ze vragen om het kruis, roepen om een graf, roep tot geheugen en als de toekomstige Poolse president ben ik verplicht om in hun stem te spreken. Niemand zal me vertragen - benadrukte Nawrocki.

In zijn toespraak wendde de president van Elekt zich tot de president van Oekraïne Volodymyr Zelanski en de Oekraïense ambassadeur in Polen. - Nogmaals, de heer Ambassador, als president van Elek, wilde ik officieel Excellentie en president Zelanski vragen om de mogelijkheid om volledige -schaal opgeleid in Volhynia te nemen. Polen wachten op deze waarheid en (...) Volyn -families lijden nog steeds in verband met het trauma dat 82 jaar geleden plaatsvond - zei hij.

Volgens Nawrocki is dit noodzakelijk voor Polen en Oekraïne om 'zichzelf te verzoenen' en 'vanwege de waarheid'.

De Oekraïense ambassadeur in Polen Wasyl Bodnar, bedankt voor het uitnodigen van deze "trieste maar broodnodige viering" benadrukte dat hij het er volledig mee eens is dat de toekomst alleen kan worden gebouwd op de waarheid. - maar we moeten openlijk over dit verhaal praten. Noem de misdaad natuurlijk een misdaad. Mijn excuses en bied mijn excuses aan, maar ook om de herinnering aan die slachtoffers te aanbidden die het nodig hebben, aan beide zijden van de grens - zei de ambassadeur.

Hij herinnerde eraan dat opgraven werk onlangs werd uitgevoerd, de volgende zijn in Zboiska in Lviv en toestemming om te werken in de gastheer, Huta Pieniacka en andere plaatsen, die de Poolse kant vraagt. Hij benadrukte dat een dialoog van Poolse en Oekraïense experts en historici ook nodig was. Hij verzekerde dat de Oekraïense kant ook open staat voor dialoog in moeilijke zaken. - Het is belangrijk voor ons nu met Polen is geopend sinds het begin van de oorlog en helpt Oekraïne in de strijd tegen Rusland. Oekraïne is bloedig, vandaag gekweld, maar staat en verdedigt onze gemeenschappelijke vrijheid - zei Bodnar.

Brieven aan de deelnemers aan de ceremonie in Chełm werden ook gestuurd door PIS-president Jarosław Kaczyński en vice-premier van National Defense Władysław Kosiniak-Kamysz.

Tijdens de ceremonie ondertekende president Chełm Jakub Banaszek documenten waardoor de aanbesteding projectdocumentatie kon voorbereiden met betrekking tot de modernisering van gebouwen die bedoeld zijn voor de activiteiten van het museum. - Ik verbind ik dat deze instelling tot het einde zal worden geïmplementeerd. Ik geloof dat president Karol Nawrocki deze instelling plechtig zal openen - zei hij. Hij nodigde ook uit voor het Museum van de president van Zelnski.

Het creëren in het chełm -museum van de herinnering aan de slachtoffers van de Volyn Slaughter en het Herinnerings- en verzoeningscentrum Lech Kaczyński begon in 2020. De zelfbestuur van de stad in 2022, dankzij een subsidie van ongeveer. PLN 4 miljoen uit het reservaat van de premier, verwierf een complex van 11 voormalige tsaristische gebouwen bij UL. Hrubieszowska.

De kosten voor het creëren van de instelling werden vervolgens geschat op PLN 180 miljoen, waarvan PLN 162 miljoen een subsidie zou zijn van het ministerie van Cultuur en het nationale erfgoed. De stad Chełm verbond zich om het concept en de technische documentatie van de onderneming voor te bereiden. De rest van de investering moest worden geïmplementeerd door het ministerie van Cultuur.

De overeenkomst tussen Chełm en het ministerie van Cultuur die de subsidie voor de bouw en beslissing om de instelling in november 2023 te vergeleiden, innoveert in november 2023. Enkele maanden later, in januari 2024. Het ministerie besloot het te beëindigen - zoals uitgelegd - inclusief vanwege het gebrek aan geld voor de uitvoering van multi -million verplichtingen. De stad Chełm heeft in dit geval een rechtszaak aangespannen.

Karol Nawrocki benadrukte in zijn toespraak dat een belangrijk en uniek museum in Chełm "zelfs in strijd is met de beslissingen van het ministerie van Cultuur en het nationale erfgoed van de huidige regering" - dit museum moet worden gecreëerd en dit museum zal altijd de steun hebben van de president van Polen - zei president Elekt.

De dag van het geheugen van Polen -slachtoffers van genocide gemaakt door Oekraïense nationalisten op burgers van de Tweede Poolse Republiek wordt gevierd op 11 juli, op de verjaardag van een bloedige zondag.

Op 11 en 12 juli 1943 maakte het Oekraïense opstandige leger een gecoördineerde aanval op Polen in 150 steden in de Włodzimierz, Horochów, Kowel en łuck Poviats. Volgens onderzoekers konden slechts 8.000 sterven op 11 juli. Polen die werden neergeschoten of gedood met bijl, vorken of messen. Het was een Apogee van moorden gehouden van februari 1943 tot voorjaar 1945.

In totaal stierven meer dan 100.000 in Wołyń en Oost -Galicië in deze periode. Polen, vermoord door UPA -troepen en lokale Oekraïense mensen. De Volyn-misdaad veroorzaakte Poolse vergelding, waardoor 10-12 duizend stierf. Oekraïners, waaronder 3-5 duizend in Volhynia en Oost-Galicië.

Polen en Oekraïne verschillen vele jaren van de rol van de organisatie van Oekraïense nationalisten en het Oekraïense opstandige leger, dat in 1943-45 genocidale etnische zuivering op polen pleegde. Terwijl het voor de Poolse zijde een misdaad van genocide was (massa en georganiseerd), was het voor de Oekraïners het resultaat van een symmetrisch gewapend conflict, waarvoor beide partijen even verantwoordelijk waren. Bovendien worden voor veel Oekraïners Oun en UPA vanwege hun post -oorlog weerstandsbeweging naar de USSR gezien als alleen anti -Sovjet, geen anti -polish organisaties.

Tijdens het initiatief van PSL aanvaardde de SEJM in juni van dit jaar de wet op de oprichting van de staatsdag op 11 juli als een dag van herinnering aan Poles-Victims van de genocide gemaakt door de OUN-UPA in de oostelijke grensgebieden van de Tweede Poolse Republiek. President Andrzej Duda heeft het begin juli ondertekend. (Pap)

Ren/ sno/ par/

President Elekt Karol Nawrocki ging in Chełm in beroep bij de president van Oekraïne Volodymyr Zelanski voor de mogelijkheid om volledig schalen in Volhynia te nemen. Hij benadrukte dat de slachtoffers van genocide geen wraak oproepen, maar "kruis", "graf" en "geheugen", en hij is verplicht "hun stem te spreken".

President Elekt Karol Nawrocki in het gebied van het Museum van het Memorial of Slachtoffers van de Volyn Slaughter opgericht in Chełm (Lublin) nam deel aan de herdenking van de slachtoffers van de genocide in Volhynia. - Wij palen, moeder, het recht om te onthouden over Volyn Genocide, ongeacht veranderende tijden en omstandigheden. En we zullen het onthouden - benadrukte Nawrocki.

Zoals hij opmerkte: "Er zijn geen landen gekozen om hun lijden aan het verleden te ervaren." - We kunnen het er niet mee eens zijn dat we worden geweigerd, Polen, het recht om de slachtoffers van Volhynia -genocide te begraven, omdat ze geen wraak oproepen: ze vragen om het kruis, roepen om een graf, roep tot geheugen en als de toekomstige Poolse president ben ik verplicht om in hun stem te spreken. Niemand zal me vertragen - benadrukte Nawrocki.

In zijn toespraak wendde de president van Elekt zich tot de president van Oekraïne Volodymyr Zelanski en de Oekraïense ambassadeur in Polen. - Nogmaals, de heer Ambassador, als president van Elek, wilde ik officieel Excellentie en president Zelanski vragen om de mogelijkheid om volledige -schaal opgeleid in Volhynia te nemen. Polen wachten op deze waarheid en (...) Volyn -families lijden nog steeds in verband met het trauma dat 82 jaar geleden plaatsvond - zei hij.

Volgens Nawrocki is dit noodzakelijk voor Polen en Oekraïne om 'zichzelf te verzoenen' en 'vanwege de waarheid'.

De Oekraïense ambassadeur in Polen Wasyl Bodnar, bedankt voor het uitnodigen van deze "trieste maar broodnodige viering" benadrukte dat hij het er volledig mee eens is dat de toekomst alleen kan worden gebouwd op de waarheid. - maar we moeten openlijk over dit verhaal praten. Noem de misdaad natuurlijk een misdaad. Mijn excuses en bied mijn excuses aan, maar ook om de herinnering aan die slachtoffers te aanbidden die het nodig hebben, aan beide zijden van de grens - zei de ambassadeur.

Hij herinnerde eraan dat opgraven werk onlangs werd uitgevoerd, de volgende zijn in Zboiska in Lviv en toestemming om te werken in de gastheer, Huta Pieniacka en andere plaatsen, die de Poolse kant vraagt. Hij benadrukte dat een dialoog van Poolse en Oekraïense experts en historici ook nodig was. Hij verzekerde dat de Oekraïense kant ook open staat voor dialoog in moeilijke zaken. - Het is belangrijk voor ons nu met Polen is geopend sinds het begin van de oorlog en helpt Oekraïne in de strijd tegen Rusland. Oekraïne is bloedig, vandaag gekweld, maar staat en verdedigt onze gemeenschappelijke vrijheid - zei Bodnar.

Brieven aan de deelnemers aan de ceremonie in Chełm werden ook gestuurd door PIS-president Jarosław Kaczyński en vice-premier van National Defense Władysław Kosiniak-Kamysz.

Tijdens de ceremonie ondertekende president Chełm Jakub Banaszek documenten waardoor de aanbesteding projectdocumentatie kon voorbereiden met betrekking tot de modernisering van gebouwen die bedoeld zijn voor de activiteiten van het museum. - Ik verbind ik dat deze instelling tot het einde zal worden geïmplementeerd. Ik geloof dat president Karol Nawrocki deze instelling plechtig zal openen - zei hij. Hij nodigde ook uit voor het Museum van de president van Zelnski.

Het creëren in het chełm -museum van de herinnering aan de slachtoffers van de Volyn Slaughter en het Herinnerings- en verzoeningscentrum Lech Kaczyński begon in 2020. De zelfbestuur van de stad in 2022, dankzij een subsidie van ongeveer. PLN 4 miljoen uit het reservaat van de premier, verwierf een complex van 11 voormalige tsaristische gebouwen bij UL. Hrubieszowska.

De kosten voor het creëren van de instelling werden vervolgens geschat op PLN 180 miljoen, waarvan PLN 162 miljoen een subsidie zou zijn van het ministerie van Cultuur en het nationale erfgoed. De stad Chełm verbond zich om het concept en de technische documentatie van de onderneming voor te bereiden. De rest van de investering moest worden geïmplementeerd door het ministerie van Cultuur.

De overeenkomst tussen Chełm en het ministerie van Cultuur die de subsidie voor de bouw en beslissing om de instelling in november 2023 te vergeleiden, innoveert in november 2023. Enkele maanden later, in januari 2024. Het ministerie besloot het te beëindigen - zoals uitgelegd - inclusief vanwege het gebrek aan geld voor de uitvoering van multi -million verplichtingen. De stad Chełm heeft in dit geval een rechtszaak aangespannen.

Karol Nawrocki benadrukte in zijn toespraak dat een belangrijk en uniek museum in Chełm "zelfs in strijd is met de beslissingen van het ministerie van Cultuur en het nationale erfgoed van de huidige regering" - dit museum moet worden gecreëerd en dit museum zal altijd de steun hebben van de president van Polen - zei president Elekt.

De dag van het geheugen van Polen -slachtoffers van genocide gemaakt door Oekraïense nationalisten op burgers van de Tweede Poolse Republiek wordt gevierd op 11 juli, op de verjaardag van een bloedige zondag.

Op 11 en 12 juli 1943 maakte het Oekraïense opstandige leger een gecoördineerde aanval op Polen in 150 steden in de Włodzimierz, Horochów, Kowel en łuck Poviats. Volgens onderzoekers konden slechts 8.000 sterven op 11 juli. Polen die werden neergeschoten of gedood met bijl, vorken of messen. Het was een Apogee van moorden gehouden van februari 1943 tot voorjaar 1945.

In totaal stierven meer dan 100.000 in Wołyń en Oost -Galicië in deze periode. Polen, vermoord door UPA -troepen en lokale Oekraïense mensen. De Volyn-misdaad veroorzaakte Poolse vergelding, waardoor 10-12 duizend stierf. Oekraïners, waaronder 3-5 duizend in Volhynia en Oost-Galicië.

Polen en Oekraïne verschillen vele jaren van de rol van de organisatie van Oekraïense nationalisten en het Oekraïense opstandige leger, dat in 1943-45 genocidale etnische zuivering op polen pleegde. Terwijl het voor de Poolse zijde een misdaad van genocide was (massa en georganiseerd), was het voor de Oekraïners het resultaat van een symmetrisch gewapend conflict, waarvoor beide partijen even verantwoordelijk waren. Bovendien worden voor veel Oekraïners Oun en UPA vanwege hun post -oorlog weerstandsbeweging naar de USSR gezien als alleen anti -Sovjet, geen anti -polish organisaties.

Tijdens het initiatief van PSL aanvaardde de SEJM in juni van dit jaar de wet op de oprichting van de staatsdag op 11 juli als een dag van herinnering aan Poles-Victims van de genocide gemaakt door de OUN-UPA in de oostelijke grensgebieden van de Tweede Poolse Republiek. President Andrzej Duda heeft het begin juli ondertekend. (Pap)

Ren/ sno/ par/

President Elekt Karol Nawrocki ging in Chełm in beroep bij de president van Oekraïne Volodymyr Zelanski voor de mogelijkheid om volledig schalen in Volhynia te nemen. Hij benadrukte dat de slachtoffers van genocide geen wraak oproepen, maar "kruis", "graf" en "geheugen", en hij is verplicht "hun stem te spreken".

President Elekt Karol Nawrocki in het gebied van het Museum van het Memorial of Slachtoffers van de Volyn Slaughter opgericht in Chełm (Lublin) nam deel aan de herdenking van de slachtoffers van de genocide in Volhynia. - Wij palen, moeder, het recht om te onthouden over Volyn Genocide, ongeacht veranderende tijden en omstandigheden. En we zullen het onthouden - benadrukte Nawrocki.

Zoals hij opmerkte: "Er zijn geen landen gekozen om hun lijden aan het verleden te ervaren." - We kunnen het er niet mee eens zijn dat we worden geweigerd, Polen, het recht om de slachtoffers van Volhynia -genocide te begraven, omdat ze geen wraak oproepen: ze vragen om het kruis, roepen om een graf, roep tot geheugen en als de toekomstige Poolse president ben ik verplicht om in hun stem te spreken. Niemand zal me vertragen - benadrukte Nawrocki.

In zijn toespraak wendde de president van Elekt zich tot de president van Oekraïne Volodymyr Zelanski en de Oekraïense ambassadeur in Polen. - Nogmaals, de heer Ambassador, als president van Elek, wilde ik officieel Excellentie en president Zelanski vragen om de mogelijkheid om volledige -schaal opgeleid in Volhynia te nemen. Polen wachten op deze waarheid en (...) Volyn -families lijden nog steeds in verband met het trauma dat 82 jaar geleden plaatsvond - zei hij.

Volgens Nawrocki is dit noodzakelijk voor Polen en Oekraïne om 'zichzelf te verzoenen' en 'vanwege de waarheid'.

De Oekraïense ambassadeur in Polen Wasyl Bodnar, bedankt voor het uitnodigen van deze "trieste maar broodnodige viering" benadrukte dat hij het er volledig mee eens is dat de toekomst alleen kan worden gebouwd op de waarheid. - maar we moeten openlijk over dit verhaal praten. Noem de misdaad natuurlijk een misdaad. Mijn excuses en bied mijn excuses aan, maar ook om de herinnering aan die slachtoffers te aanbidden die het nodig hebben, aan beide zijden van de grens - zei de ambassadeur.

Hij herinnerde eraan dat opgraven werk onlangs werd uitgevoerd, de volgende zijn in Zboiska in Lviv en toestemming om te werken in de gastheer, Huta Pieniacka en andere plaatsen, die de Poolse kant vraagt. Hij benadrukte dat een dialoog van Poolse en Oekraïense experts en historici ook nodig was. Hij verzekerde dat de Oekraïense kant ook open staat voor dialoog in moeilijke zaken. - Het is belangrijk voor ons nu met Polen is geopend sinds het begin van de oorlog en helpt Oekraïne in de strijd tegen Rusland. Oekraïne is bloedig, vandaag gekweld, maar staat en verdedigt onze gemeenschappelijke vrijheid - zei Bodnar.

Brieven aan de deelnemers aan de ceremonie in Chełm werden ook gestuurd door PIS-president Jarosław Kaczyński en vice-premier van National Defense Władysław Kosiniak-Kamysz.

Podczas uroczystości prezydent Chełma Jakub Banaszek podpisał dokumenty umożliwiające ogłoszenia przetargu na przygotowanie dokumentacji projektowej dotyczącej modernizacji budynków przeznaczonych pod działalność Muzeum. – Zobowiązuję się, że ta instytucja zostanie zrealizowana do końca. Wierzę, że pan prezydent Karol Nawrocki uroczyście otworzy tą instytucję – powiedział. Zaprosił też do muzeum prezydenta Zełenskiego.

Tworzenie w Chełmie Muzeum Pamięci Ofiar Rzezi Wołyńskiej i Centrum Pamięci i Pojednania im. Lecha Kaczyńskiego rozpoczęto w 2020 roku. Samorząd miasta w 2022 roku dzięki dotacji ok. 4 mln zł z rezerwy Prezesa Rady Ministrów, nabył kompleks 11 dawnych carskich budynków przy ul. Hrubieszowskiej.

Koszt utworzenia placówki szacowany był wtedy na 180 mln zł, z czego 162 mln zł miała stanowić dotacja z Ministerstwa Kultury i Dziedzictwa Narodowego. Miasto Chełm zobowiązało się do przygotowania koncepcji oraz dokumentacji technicznej przedsięwzięcia. Pozostała część inwestycji miała zostać zrealizowana przez resort kultury.

Umowę między Chełm a resortem kultury zakładającą przyznanie dotacji na budowę i decyzję o współprowadzeniu instytucji zawarto w listopadzie 2023 r. Kilka miesięcy później, w styczniu 2024 r. resort zdecydował o jej wypowiedzeniu – jak tłumaczono – m.in. z powodu braku środków na realizację wielomilionowych zobowiązań. Miasto Chełm złożyło w tej sprawie pozew do sądu.

Karol Nawrocki w wystąpieniu podkreślał, że ważne i unikatowe muzeum w Chełmie „powstać musi nawet wbrew decyzjom ministerstwa kultury i dziedzictwa narodowego obecnego rządu” – To muzeum musi powstać i to muzeum będzie zawsze miało wsparcie prezydenta Polski – oświadczył prezydent elekt.

Dzień pamięci o Polakach ofiarach ludobójstwa dokonanego przez ukraińskich nacjonalistów na obywatelach II Rzeczypospolitej obchodzony jest 11 lipca, w rocznicę Krwawej Niedzieli.

11 i 12 lipca 1943 r. Ukraińska Powstańcza Armia dokonała skoordynowanego ataku na Polaków w 150 miejscowościach w powiatach włodzimierskim, horochowskim, kowelskim oraz łuckim. Według badaczy tylko 11 lipca mogło zginąć około 8 tys. Polaków, których rozstrzeliwano albo zabijano przy użyciu siekier, wideł czy noży. Było to apogeum mordów prowadzonych od lutego 1943 r. do wiosny 1945 r.

Łącznie w tym okresie na Wołyniu iw Galicji Wschodniej zginęło ponad 100 tys. Polaków, zamordowanych przez oddziały UPA i miejscową ludność ukraińską. Zbrodnia wołyńska spowodowała polski odwet, w wyniku którego zginęło 10-12 tys. Ukraińców, w tym 3-5 tys. na Wołyniu iw Galicji Wschodniej.

Polskę i Ukrainę od wielu lat różni pamięć o roli Organizacji Ukraińskich Nacjonalistów i Ukraińskiej Powstańczej Armii, która w latach 1943-45 dopuściła się ludobójczej czystki etnicznej na Polakach. O ile dla polskiej strony była to zbrodnia ludobójstwa (masowa i zorganizowana), o tyle dla Ukraińców był to efekt symetrycznego konfliktu zbrojnego, za który w równym stopniu odpowiedzialne były obie strony. Poza tym dla wielu Ukraińców OUN i UPA ze względu na ich powojenny ruch oporu wobec ZSRR postrzegane są jako organizacje wyłącznie antysowieckie, a nie antypolskie.

At the initiative of PSL, the Sejm in June this year accepted the Act on the establishment of the State Day on July 11 as a day of memory of Poles-victims of the genocide made by the OUN-UPA in the Eastern Borderlands of the Second Polish Republic. President Andrzej Duda signed it at the beginning of July. (Pap)

ren/ sno/ par/

Prezydent elekt Karol Nawrocki zaapelował w Chełmie do prezydenta Ukrainy Wołodymyra Zełenskiego o możliwość podjęcia pełnoskalowych ekshumacji na Wołyniu. Podkreślił, że ofiary ludobójstwa nie wołają o zemstę, ao „krzyż”, „grób” i „pamięć”, a on jest zobowiązany „mówić ich głosem”.

Prezydent elekt Karol Nawrocki na terenie tworzonego w Chełmie (Lubelskie) Muzeum Pamięci Ofiar Rzezi Wołyńskiej wziął udział w uroczystościach upamiętnienia ofiar ludobójstwa na Wołyniu. – My, Polacy, mamo prawo do tego, by pamiętać o ludobójstwie wołyńskim niezależnie od zmieniających się czasów i okoliczności. I będziemy pamiętać – podkreślił Nawrocki.

Jak wskazał, „nie ma narodów wybranych do przeżywania swojego cierpienia z przeszłości”. – Nie możemy zgodzić się na to, że odmawia się nam, Polakom, prawa do pochowania ofiar ludobójstwa wołyńskiego, bo nie o zemstę oni wołają: wołają o krzyż, wołają o grób, wołają o pamięć, i jako przyszły prezydent Polski jestem zobowiązany mówić ich głosem. Nikt mnie z tego nie zwolni – podkreślił Nawrocki.

W swoim przemówieniu prezydent elekt zwrócił się do prezydenta Ukrainy Wołodymyra Zełenskiego oraz ambasadora Ukrainy w Polsce. – Jeszcze raz, panie ambasadorze, jako prezydent elekt, chciałem oficjalnie zwrócić się do ekscelencji i prezydenta Zełenskiego o możliwość podjęcia pełnoskalowych ekshumacji na Wołyniu. Polacy czekają na tę prawdę, a (…) rodziny wołyńskie wciąż cierpią w związku z traumą, która wydarzyła się 82 lata temu – powiedział.

Zdaniem Nawrockiego, podjęcie się tego jest konieczne, aby Polska i Ukraina „pojednały się tak naprawdę” i „za sprawą prawdy”.

Ambasador Ukrainy w Polsce Wasyl Bodnar dziękując za zaproszenie na tę „smutną, ale bardzo potrzebną uroczystość” podkreślił, że całkowicie zgadza się, iż przyszłość można budować tylko na prawdzie. – Ale musimy rozmawiać o tej historii otwarcie. Oczywiście nazwać zbrodnię zbrodnią. Przeprosić i przepraszam, ale również czcić pamięć tych ofiar które tego potrzebują, po obu stronach granicy – powiedział ambasador.

Przypomniał, że przeprowadzono niedawno prace ekshumacyjne w Późnikach, kolejne maja być w Zboiskach we Lwowie, a oczekiwane są zezwolenia na prace w Ugłach, Hucie Pieniackiej iw innych miejscowościach, o które prosi strona polska. Podkreślił, że potrzebny jest także dialog polskich i ukraińskich ekspertów i historyków. Zapewnił, że strona ukraińska jest otwarta na dialog także w kwestiach trudnych. – Dla nas jest ważne teraz z Polska otworzyła się od początku wojny i pomaga Ukrainie w walce z Rosją. Ukraina jest dziś skrwawiona, umęczona, ale stoi i broni naszej wspólnej wolności – powiedział Bodnar.

Listy do uczestników uroczystości w Chełmie skierowali także prezes PiS Jarosław Kaczyński oraz wicepremier minister obrony narodowej Władysław Kosiniak-Kamysz.

Podczas uroczystości prezydent Chełma Jakub Banaszek podpisał dokumenty umożliwiające ogłoszenia przetargu na przygotowanie dokumentacji projektowej dotyczącej modernizacji budynków przeznaczonych pod działalność Muzeum. – Zobowiązuję się, że ta instytucja zostanie zrealizowana do końca. Wierzę, że pan prezydent Karol Nawrocki uroczyście otworzy tą instytucję – powiedział. Zaprosił też do muzeum prezydenta Zełenskiego.

Tworzenie w Chełmie Muzeum Pamięci Ofiar Rzezi Wołyńskiej i Centrum Pamięci i Pojednania im. Lecha Kaczyńskiego rozpoczęto w 2020 roku. Samorząd miasta w 2022 roku dzięki dotacji ok. 4 mln zł z rezerwy Prezesa Rady Ministrów, nabył kompleks 11 dawnych carskich budynków przy ul. Hrubieszowskiej.

Koszt utworzenia placówki szacowany był wtedy na 180 mln zł, z czego 162 mln zł miała stanowić dotacja z Ministerstwa Kultury i Dziedzictwa Narodowego. Miasto Chełm zobowiązało się do przygotowania koncepcji oraz dokumentacji technicznej przedsięwzięcia. Pozostała część inwestycji miała zostać zrealizowana przez resort kultury.

Umowę między Chełm a resortem kultury zakładającą przyznanie dotacji na budowę i decyzję o współprowadzeniu instytucji zawarto w listopadzie 2023 r. Kilka miesięcy później, w styczniu 2024 r. resort zdecydował o jej wypowiedzeniu – jak tłumaczono – m.in. z powodu braku środków na realizację wielomilionowych zobowiązań. Miasto Chełm złożyło w tej sprawie pozew do sądu.

Karol Nawrocki w wystąpieniu podkreślał, że ważne i unikatowe muzeum w Chełmie „powstać musi nawet wbrew decyzjom ministerstwa kultury i dziedzictwa narodowego obecnego rządu” – To muzeum musi powstać i to muzeum będzie zawsze miało wsparcie prezydenta Polski – oświadczył prezydent elekt.

Dzień pamięci o Polakach ofiarach ludobójstwa dokonanego przez ukraińskich nacjonalistów na obywatelach II Rzeczypospolitej obchodzony jest 11 lipca, w rocznicę Krwawej Niedzieli.

11 i 12 lipca 1943 r. Ukraińska Powstańcza Armia dokonała skoordynowanego ataku na Polaków w 150 miejscowościach w powiatach włodzimierskim, horochowskim, kowelskim oraz łuckim. Według badaczy tylko 11 lipca mogło zginąć około 8 tys. Polaków, których rozstrzeliwano albo zabijano przy użyciu siekier, wideł czy noży. Było to apogeum mordów prowadzonych od lutego 1943 r. do wiosny 1945 r.

Łącznie w tym okresie na Wołyniu iw Galicji Wschodniej zginęło ponad 100 tys. Polaków, zamordowanych przez oddziały UPA i miejscową ludność ukraińską. Zbrodnia wołyńska spowodowała polski odwet, w wyniku którego zginęło 10-12 tys. Ukraińców, w tym 3-5 tys. na Wołyniu iw Galicji Wschodniej.

Polskę i Ukrainę od wielu lat różni pamięć o roli Organizacji Ukraińskich Nacjonalistów i Ukraińskiej Powstańczej Armii, która w latach 1943-45 dopuściła się ludobójczej czystki etnicznej na Polakach. O ile dla polskiej strony była to zbrodnia ludobójstwa (masowa i zorganizowana), o tyle dla Ukraińców był to efekt symetrycznego konfliktu zbrojnego, za który w równym stopniu odpowiedzialne były obie strony. Poza tym dla wielu Ukraińców OUN i UPA ze względu na ich powojenny ruch oporu wobec ZSRR postrzegane są jako organizacje wyłącznie antysowieckie, a nie antypolskie.

At the initiative of PSL, the Sejm in June this year accepted the Act on the establishment of the State Day on July 11 as a day of memory of Poles-victims of the genocide made by the OUN-UPA in the Eastern Borderlands of the Second Polish Republic. President Andrzej Duda signed it at the beginning of July. (Pap)

ren/ sno/ par/

Prezydent elekt Karol Nawrocki zaapelował w Chełmie do prezydenta Ukrainy Wołodymyra Zełenskiego o możliwość podjęcia pełnoskalowych ekshumacji na Wołyniu. Podkreślił, że ofiary ludobójstwa nie wołają o zemstę, ao „krzyż”, „grób” i „pamięć”, a on jest zobowiązany „mówić ich głosem”.

Prezydent elekt Karol Nawrocki na terenie tworzonego w Chełmie (Lubelskie) Muzeum Pamięci Ofiar Rzezi Wołyńskiej wziął udział w uroczystościach upamiętnienia ofiar ludobójstwa na Wołyniu. – My, Polacy, mamo prawo do tego, by pamiętać o ludobójstwie wołyńskim niezależnie od zmieniających się czasów i okoliczności. I będziemy pamiętać – podkreślił Nawrocki.

Jak wskazał, „nie ma narodów wybranych do przeżywania swojego cierpienia z przeszłości”. – Nie możemy zgodzić się na to, że odmawia się nam, Polakom, prawa do pochowania ofiar ludobójstwa wołyńskiego, bo nie o zemstę oni wołają: wołają o krzyż, wołają o grób, wołają o pamięć, i jako przyszły prezydent Polski jestem zobowiązany mówić ich głosem. Nikt mnie z tego nie zwolni – podkreślił Nawrocki.

W swoim przemówieniu prezydent elekt zwrócił się do prezydenta Ukrainy Wołodymyra Zełenskiego oraz ambasadora Ukrainy w Polsce. – Jeszcze raz, panie ambasadorze, jako prezydent elekt, chciałem oficjalnie zwrócić się do ekscelencji i prezydenta Zełenskiego o możliwość podjęcia pełnoskalowych ekshumacji na Wołyniu. Polacy czekają na tę prawdę, a (…) rodziny wołyńskie wciąż cierpią w związku z traumą, która wydarzyła się 82 lata temu – powiedział.

Zdaniem Nawrockiego, podjęcie się tego jest konieczne, aby Polska i Ukraina „pojednały się tak naprawdę” i „za sprawą prawdy”.

Ambasador Ukrainy w Polsce Wasyl Bodnar dziękując za zaproszenie na tę „smutną, ale bardzo potrzebną uroczystość” podkreślił, że całkowicie zgadza się, iż przyszłość można budować tylko na prawdzie. – Ale musimy rozmawiać o tej historii otwarcie. Oczywiście nazwać zbrodnię zbrodnią. Przeprosić i przepraszam, ale również czcić pamięć tych ofiar które tego potrzebują, po obu stronach granicy – powiedział ambasador.

Przypomniał, że przeprowadzono niedawno prace ekshumacyjne w Późnikach, kolejne maja być w Zboiskach we Lwowie, a oczekiwane są zezwolenia na prace w Ugłach, Hucie Pieniackiej iw innych miejscowościach, o które prosi strona polska. Podkreślił, że potrzebny jest także dialog polskich i ukraińskich ekspertów i historyków. Zapewnił, że strona ukraińska jest otwarta na dialog także w kwestiach trudnych. – Dla nas jest ważne teraz z Polska otworzyła się od początku wojny i pomaga Ukrainie w walce z Rosją. Ukraina jest dziś skrwawiona, umęczona, ale stoi i broni naszej wspólnej wolności – powiedział Bodnar.

Listy do uczestników uroczystości w Chełmie skierowali także prezes PiS Jarosław Kaczyński oraz wicepremier minister obrony narodowej Władysław Kosiniak-Kamysz.

Podczas uroczystości prezydent Chełma Jakub Banaszek podpisał dokumenty umożliwiające ogłoszenia przetargu na przygotowanie dokumentacji projektowej dotyczącej modernizacji budynków przeznaczonych pod działalność Muzeum. – Zobowiązuję się, że ta instytucja zostanie zrealizowana do końca. Wierzę, że pan prezydent Karol Nawrocki uroczyście otworzy tą instytucję – powiedział. Zaprosił też do muzeum prezydenta Zełenskiego.

Tworzenie w Chełmie Muzeum Pamięci Ofiar Rzezi Wołyńskiej i Centrum Pamięci i Pojednania im. Lecha Kaczyńskiego rozpoczęto w 2020 roku. Samorząd miasta w 2022 roku dzięki dotacji ok. 4 mln zł z rezerwy Prezesa Rady Ministrów, nabył kompleks 11 dawnych carskich budynków przy ul. Hrubieszowskiej.

Koszt utworzenia placówki szacowany był wtedy na 180 mln zł, z czego 162 mln zł miała stanowić dotacja z Ministerstwa Kultury i Dziedzictwa Narodowego. Miasto Chełm zobowiązało się do przygotowania koncepcji oraz dokumentacji technicznej przedsięwzięcia. Pozostała część inwestycji miała zostać zrealizowana przez resort kultury.

Umowę między Chełm a resortem kultury zakładającą przyznanie dotacji na budowę i decyzję o współprowadzeniu instytucji zawarto w listopadzie 2023 r. Kilka miesięcy później, w styczniu 2024 r. resort zdecydował o jej wypowiedzeniu – jak tłumaczono – m.in. z powodu braku środków na realizację wielomilionowych zobowiązań. Miasto Chełm złożyło w tej sprawie pozew do sądu.

Karol Nawrocki w wystąpieniu podkreślał, że ważne i unikatowe muzeum w Chełmie „powstać musi nawet wbrew decyzjom ministerstwa kultury i dziedzictwa narodowego obecnego rządu” – To muzeum musi powstać i to muzeum będzie zawsze miało wsparcie prezydenta Polski – oświadczył prezydent elekt.

Dzień pamięci o Polakach ofiarach ludobójstwa dokonanego przez ukraińskich nacjonalistów na obywatelach II Rzeczypospolitej obchodzony jest 11 lipca, w rocznicę Krwawej Niedzieli.

11 i 12 lipca 1943 r. Ukraińska Powstańcza Armia dokonała skoordynowanego ataku na Polaków w 150 miejscowościach w powiatach włodzimierskim, horochowskim, kowelskim oraz łuckim. Według badaczy tylko 11 lipca mogło zginąć około 8 tys. Polaków, których rozstrzeliwano albo zabijano przy użyciu siekier, wideł czy noży. Było to apogeum mordów prowadzonych od lutego 1943 r. do wiosny 1945 r.

Łącznie w tym okresie na Wołyniu iw Galicji Wschodniej zginęło ponad 100 tys. Polaków, zamordowanych przez oddziały UPA i miejscową ludność ukraińską. Zbrodnia wołyńska spowodowała polski odwet, w wyniku którego zginęło 10-12 tys. Ukraińców, w tym 3-5 tys. na Wołyniu iw Galicji Wschodniej.

Polskę i Ukrainę od wielu lat różni pamięć o roli Organizacji Ukraińskich Nacjonalistów i Ukraińskiej Powstańczej Armii, która w latach 1943-45 dopuściła się ludobójczej czystki etnicznej na Polakach. O ile dla polskiej strony była to zbrodnia ludobójstwa (masowa i zorganizowana), o tyle dla Ukraińców był to efekt symetrycznego konfliktu zbrojnego, za który w równym stopniu odpowiedzialne były obie strony. Poza tym dla wielu Ukraińców OUN i UPA ze względu na ich powojenny ruch oporu wobec ZSRR postrzegane są jako organizacje wyłącznie antysowieckie, a nie antypolskie.

At the initiative of PSL, the Sejm in June this year accepted the Act on the establishment of the State Day on July 11 as a day of memory of Poles-victims of the genocide made by the OUN-UPA in the Eastern Borderlands of the Second Polish Republic. President Andrzej Duda signed it at the beginning of July. (Pap)

ren/ sno/ par/

Prezydent elekt Karol Nawrocki zaapelował w Chełmie do prezydenta Ukrainy Wołodymyra Zełenskiego o możliwość podjęcia pełnoskalowych ekshumacji na Wołyniu. Podkreślił, że ofiary ludobójstwa nie wołają o zemstę, ao „krzyż”, „grób” i „pamięć”, a on jest zobowiązany „mówić ich głosem”.

Prezydent elekt Karol Nawrocki na terenie tworzonego w Chełmie (Lubelskie) Muzeum Pamięci Ofiar Rzezi Wołyńskiej wziął udział w uroczystościach upamiętnienia ofiar ludobójstwa na Wołyniu. – My, Polacy, mamo prawo do tego, by pamiętać o ludobójstwie wołyńskim niezależnie od zmieniających się czasów i okoliczności. I będziemy pamiętać – podkreślił Nawrocki.

Jak wskazał, „nie ma narodów wybranych do przeżywania swojego cierpienia z przeszłości”. – Nie możemy zgodzić się na to, że odmawia się nam, Polakom, prawa do pochowania ofiar ludobójstwa wołyńskiego, bo nie o zemstę oni wołają: wołają o krzyż, wołają o grób, wołają o pamięć, i jako przyszły prezydent Polski jestem zobowiązany mówić ich głosem. Nikt mnie z tego nie zwolni – podkreślił Nawrocki.

W swoim przemówieniu prezydent elekt zwrócił się do prezydenta Ukrainy Wołodymyra Zełenskiego oraz ambasadora Ukrainy w Polsce. – Jeszcze raz, panie ambasadorze, jako prezydent elekt, chciałem oficjalnie zwrócić się do ekscelencji i prezydenta Zełenskiego o możliwość podjęcia pełnoskalowych ekshumacji na Wołyniu. Polacy czekają na tę prawdę, a (…) rodziny wołyńskie wciąż cierpią w związku z traumą, która wydarzyła się 82 lata temu – powiedział.

Zdaniem Nawrockiego, podjęcie się tego jest konieczne, aby Polska i Ukraina „pojednały się tak naprawdę” i „za sprawą prawdy”.

Ambasador Ukrainy w Polsce Wasyl Bodnar dziękując za zaproszenie na tę „smutną, ale bardzo potrzebną uroczystość” podkreślił, że całkowicie zgadza się, iż przyszłość można budować tylko na prawdzie. – Ale musimy rozmawiać o tej historii otwarcie. Oczywiście nazwać zbrodnię zbrodnią. Przeprosić i przepraszam, ale również czcić pamięć tych ofiar które tego potrzebują, po obu stronach granicy – powiedział ambasador.

Przypomniał, że przeprowadzono niedawno prace ekshumacyjne w Późnikach, kolejne maja być w Zboiskach we Lwowie, a oczekiwane są zezwolenia na prace w Ugłach, Hucie Pieniackiej iw innych miejscowościach, o które prosi strona polska. Podkreślił, że potrzebny jest także dialog polskich i ukraińskich ekspertów i historyków. Zapewnił, że strona ukraińska jest otwarta na dialog także w kwestiach trudnych. – Dla nas jest ważne teraz z Polska otworzyła się od początku wojny i pomaga Ukrainie w walce z Rosją. Ukraina jest dziś skrwawiona, umęczona, ale stoi i broni naszej wspólnej wolności – powiedział Bodnar.

Listy do uczestników uroczystości w Chełmie skierowali także prezes PiS Jarosław Kaczyński oraz wicepremier minister obrony narodowej Władysław Kosiniak-Kamysz.

Podczas uroczystości prezydent Chełma Jakub Banaszek podpisał dokumenty umożliwiające ogłoszenia przetargu na przygotowanie dokumentacji projektowej dotyczącej modernizacji budynków przeznaczonych pod działalność Muzeum. – Zobowiązuję się, że ta instytucja zostanie zrealizowana do końca. Wierzę, że pan prezydent Karol Nawrocki uroczyście otworzy tą instytucję – powiedział. Zaprosił też do muzeum prezydenta Zełenskiego.

Tworzenie w Chełmie Muzeum Pamięci Ofiar Rzezi Wołyńskiej i Centrum Pamięci i Pojednania im. Lecha Kaczyńskiego rozpoczęto w 2020 roku. Samorząd miasta w 2022 roku dzięki dotacji ok. 4 mln zł z rezerwy Prezesa Rady Ministrów, nabył kompleks 11 dawnych carskich budynków przy ul. Hrubieszowskiej.

Koszt utworzenia placówki szacowany był wtedy na 180 mln zł, z czego 162 mln zł miała stanowić dotacja z Ministerstwa Kultury i Dziedzictwa Narodowego. Miasto Chełm zobowiązało się do przygotowania koncepcji oraz dokumentacji technicznej przedsięwzięcia. Pozostała część inwestycji miała zostać zrealizowana przez resort kultury.

Umowę między Chełm a resortem kultury zakładającą przyznanie dotacji na budowę i decyzję o współprowadzeniu instytucji zawarto w listopadzie 2023 r. Kilka miesięcy później, w styczniu 2024 r. resort zdecydował o jej wypowiedzeniu – jak tłumaczono – m.in. z powodu braku środków na realizację wielomilionowych zobowiązań. Miasto Chełm złożyło w tej sprawie pozew do sądu.

Karol Nawrocki w wystąpieniu podkreślał, że ważne i unikatowe muzeum w Chełmie „powstać musi nawet wbrew decyzjom ministerstwa kultury i dziedzictwa narodowego obecnego rządu” – To muzeum musi powstać i to muzeum będzie zawsze miało wsparcie prezydenta Polski – oświadczył prezydent elekt.

Dzień pamięci o Polakach ofiarach ludobójstwa dokonanego przez ukraińskich nacjonalistów na obywatelach II Rzeczypospolitej obchodzony jest 11 lipca, w rocznicę Krwawej Niedzieli.

11 i 12 lipca 1943 r. Ukraińska Powstańcza Armia dokonała skoordynowanego ataku na Polaków w 150 miejscowościach w powiatach włodzimierskim, horochowskim, kowelskim oraz łuckim. Według badaczy tylko 11 lipca mogło zginąć około 8 tys. Polaków, których rozstrzeliwano albo zabijano przy użyciu siekier, wideł czy noży. Było to apogeum mordów prowadzonych od lutego 1943 r. do wiosny 1945 r.

Łącznie w tym okresie na Wołyniu iw Galicji Wschodniej zginęło ponad 100 tys. Polaków, zamordowanych przez oddziały UPA i miejscową ludność ukraińską. Zbrodnia wołyńska spowodowała polski odwet, w wyniku którego zginęło 10-12 tys. Ukraińców, w tym 3-5 tys. na Wołyniu iw Galicji Wschodniej.

Polskę i Ukrainę od wielu lat różni pamięć o roli Organizacji Ukraińskich Nacjonalistów i Ukraińskiej Powstańczej Armii, która w latach 1943-45 dopuściła się ludobójczej czystki etnicznej na Polakach. O ile dla polskiej strony była to zbrodnia ludobójstwa (masowa i zorganizowana), o tyle dla Ukraińców był to efekt symetrycznego konfliktu zbrojnego, za który w równym stopniu odpowiedzialne były obie strony. Poza tym dla wielu Ukraińców OUN i UPA ze względu na ich powojenny ruch oporu wobec ZSRR postrzegane są jako organizacje wyłącznie antysowieckie, a nie antypolskie.

At the initiative of PSL, the Sejm in June this year accepted the Act on the establishment of the State Day on July 11 as a day of memory of Poles-victims of the genocide made by the OUN-UPA in the Eastern Borderlands of the Second Polish Republic. President Andrzej Duda signed it at the beginning of July. (Pap)

ren/ sno/ par/

Prezydent elekt Karol Nawrocki zaapelował w Chełmie do prezydenta Ukrainy Wołodymyra Zełenskiego o możliwość podjęcia pełnoskalowych ekshumacji na Wołyniu. Podkreślił, że ofiary ludobójstwa nie wołają o zemstę, ao „krzyż”, „grób” i „pamięć”, a on jest zobowiązany „mówić ich głosem”.

Prezydent elekt Karol Nawrocki na terenie tworzonego w Chełmie (Lubelskie) Muzeum Pamięci Ofiar Rzezi Wołyńskiej wziął udział w uroczystościach upamiętnienia ofiar ludobójstwa na Wołyniu. – My, Polacy, mamo prawo do tego, by pamiętać o ludobójstwie wołyńskim niezależnie od zmieniających się czasów i okoliczności. I będziemy pamiętać – podkreślił Nawrocki.

Jak wskazał, „nie ma narodów wybranych do przeżywania swojego cierpienia z przeszłości”. – Nie możemy zgodzić się na to, że odmawia się nam, Polakom, prawa do pochowania ofiar ludobójstwa wołyńskiego, bo nie o zemstę oni wołają: wołają o krzyż, wołają o grób, wołają o pamięć, i jako przyszły prezydent Polski jestem zobowiązany mówić ich głosem. Nikt mnie z tego nie zwolni – podkreślił Nawrocki.

W swoim przemówieniu prezydent elekt zwrócił się do prezydenta Ukrainy Wołodymyra Zełenskiego oraz ambasadora Ukrainy w Polsce. – Jeszcze raz, panie ambasadorze, jako prezydent elekt, chciałem oficjalnie zwrócić się do ekscelencji i prezydenta Zełenskiego o możliwość podjęcia pełnoskalowych ekshumacji na Wołyniu. Polacy czekają na tę prawdę, a (…) rodziny wołyńskie wciąż cierpią w związku z traumą, która wydarzyła się 82 lata temu – powiedział.

Zdaniem Nawrockiego, podjęcie się tego jest konieczne, aby Polska i Ukraina „pojednały się tak naprawdę” i „za sprawą prawdy”.

Ambasador Ukrainy w Polsce Wasyl Bodnar dziękując za zaproszenie na tę „smutną, ale bardzo potrzebną uroczystość” podkreślił, że całkowicie zgadza się, iż przyszłość można budować tylko na prawdzie. – Ale musimy rozmawiać o tej historii otwarcie. Oczywiście nazwać zbrodnię zbrodnią. Przeprosić i przepraszam, ale również czcić pamięć tych ofiar które tego potrzebują, po obu stronach granicy – powiedział ambasador.

Przypomniał, że przeprowadzono niedawno prace ekshumacyjne w Późnikach, kolejne maja być w Zboiskach we Lwowie, a oczekiwane są zezwolenia na prace w Ugłach, Hucie Pieniackiej iw innych miejscowościach, o które prosi strona polska. Podkreślił, że potrzebny jest także dialog polskich i ukraińskich ekspertów i historyków. Zapewnił, że strona ukraińska jest otwarta na dialog także w kwestiach trudnych. – Dla nas jest ważne teraz z Polska otworzyła się od początku wojny i pomaga Ukrainie w walce z Rosją. Ukraina jest dziś skrwawiona, umęczona, ale stoi i broni naszej wspólnej wolności – powiedział Bodnar.

Listy do uczestników uroczystości w Chełmie skierowali także prezes PiS Jarosław Kaczyński oraz wicepremier minister obrony narodowej Władysław Kosiniak-Kamysz.

Podczas uroczystości prezydent Chełma Jakub Banaszek podpisał dokumenty umożliwiające ogłoszenia przetargu na przygotowanie dokumentacji projektowej dotyczącej modernizacji budynków przeznaczonych pod działalność Muzeum. – Zobowiązuję się, że ta instytucja zostanie zrealizowana do końca. Wierzę, że pan prezydent Karol Nawrocki uroczyście otworzy tą instytucję – powiedział. Zaprosił też do muzeum prezydenta Zełenskiego.

Tworzenie w Chełmie Muzeum Pamięci Ofiar Rzezi Wołyńskiej i Centrum Pamięci i Pojednania im. Lecha Kaczyńskiego rozpoczęto w 2020 roku. Samorząd miasta w 2022 roku dzięki dotacji ok. 4 mln zł z rezerwy Prezesa Rady Ministrów, nabył kompleks 11 dawnych carskich budynków przy ul. Hrubieszowskiej.

Koszt utworzenia placówki szacowany był wtedy na 180 mln zł, z czego 162 mln zł miała stanowić dotacja z Ministerstwa Kultury i Dziedzictwa Narodowego. Miasto Chełm zobowiązało się do przygotowania koncepcji oraz dokumentacji technicznej przedsięwzięcia. Pozostała część inwestycji miała zostać zrealizowana przez resort kultury.

Umowę między Chełm a resortem kultury zakładającą przyznanie dotacji na budowę i decyzję o współprowadzeniu instytucji zawarto w listopadzie 2023 r. Kilka miesięcy później, w styczniu 2024 r. resort zdecydował o jej wypowiedzeniu – jak tłumaczono – m.in. z powodu braku środków na realizację wielomilionowych zobowiązań. Miasto Chełm złożyło w tej sprawie pozew do sądu.

Karol Nawrocki w wystąpieniu podkreślał, że ważne i unikatowe muzeum w Chełmie „powstać musi nawet wbrew decyzjom ministerstwa kultury i dziedzictwa narodowego obecnego rządu” – To muzeum musi powstać i to muzeum będzie zawsze miało wsparcie prezydenta Polski – oświadczył prezydent elekt.

Dzień pamięci o Polakach ofiarach ludobójstwa dokonanego przez ukraińskich nacjonalistów na obywatelach II Rzeczypospolitej obchodzony jest 11 lipca, w rocznicę Krwawej Niedzieli.

11 i 12 lipca 1943 r. Ukraińska Powstańcza Armia dokonała skoordynowanego ataku na Polaków w 150 miejscowościach w powiatach włodzimierskim, horochowskim, kowelskim oraz łuckim. Według badaczy tylko 11 lipca mogło zginąć około 8 tys. Polaków, których rozstrzeliwano albo zabijano przy użyciu siekier, wideł czy noży. Było to apogeum mordów prowadzonych od lutego 1943 r. do wiosny 1945 r.

Łącznie w tym okresie na Wołyniu iw Galicji Wschodniej zginęło ponad 100 tys. Polaków, zamordowanych przez oddziały UPA i miejscową ludność ukraińską. Zbrodnia wołyńska spowodowała polski odwet, w wyniku którego zginęło 10-12 tys. Ukraińców, w tym 3-5 tys. na Wołyniu iw Galicji Wschodniej.

Polskę i Ukrainę od wielu lat różni pamięć o roli Organizacji Ukraińskich Nacjonalistów i Ukraińskiej Powstańczej Armii, która w latach 1943-45 dopuściła się ludobójczej czystki etnicznej na Polakach. O ile dla polskiej strony była to zbrodnia ludobójstwa (masowa i zorganizowana), o tyle dla Ukraińców był to efekt symetrycznego konfliktu zbrojnego, za który w równym stopniu odpowiedzialne były obie strony. Poza tym dla wielu Ukraińców OUN i UPA ze względu na ich powojenny ruch oporu wobec ZSRR postrzegane są jako organizacje wyłącznie antysowieckie, a nie antypolskie.

At the initiative of PSL, the Sejm in June this year accepted the Act on the establishment of the State Day on July 11 as a day of memory of Poles-victims of the genocide made by the OUN-UPA in the Eastern Borderlands of the Second Polish Republic. President Andrzej Duda signed it at the beginning of July. (Pap)

ren/ sno/ par/

Prezydent elekt Karol Nawrocki zaapelował w Chełmie do prezydenta Ukrainy Wołodymyra Zełenskiego o możliwość podjęcia pełnoskalowych ekshumacji na Wołyniu. Podkreślił, że ofiary ludobójstwa nie wołają o zemstę, ao „krzyż”, „grób” i „pamięć”, a on jest zobowiązany „mówić ich głosem”.

Prezydent elekt Karol Nawrocki na terenie tworzonego w Chełmie (Lubelskie) Muzeum Pamięci Ofiar Rzezi Wołyńskiej wziął udział w uroczystościach upamiętnienia ofiar ludobójstwa na Wołyniu. – My, Polacy, mamo prawo do tego, by pamiętać o ludobójstwie wołyńskim niezależnie od zmieniających się czasów i okoliczności. I będziemy pamiętać – podkreślił Nawrocki.

Jak wskazał, „nie ma narodów wybranych do przeżywania swojego cierpienia z przeszłości”. – Nie możemy zgodzić się na to, że odmawia się nam, Polakom, prawa do pochowania ofiar ludobójstwa wołyńskiego, bo nie o zemstę oni wołają: wołają o krzyż, wołają o grób, wołają o pamięć, i jako przyszły prezydent Polski jestem zobowiązany mówić ich głosem. Nikt mnie z tego nie zwolni – podkreślił Nawrocki.

W swoim przemówieniu prezydent elekt zwrócił się do prezydenta Ukrainy Wołodymyra Zełenskiego oraz ambasadora Ukrainy w Polsce. – Jeszcze raz, panie ambasadorze, jako prezydent elekt, chciałem oficjalnie zwrócić się do ekscelencji i prezydenta Zełenskiego o możliwość podjęcia pełnoskalowych ekshumacji na Wołyniu. Polacy czekają na tę prawdę, a (…) rodziny wołyńskie wciąż cierpią w związku z traumą, która wydarzyła się 82 lata temu – powiedział.

Zdaniem Nawrockiego, podjęcie się tego jest konieczne, aby Polska i Ukraina „pojednały się tak naprawdę” i „za sprawą prawdy”.

Ambasador Ukrainy w Polsce Wasyl Bodnar dziękując za zaproszenie na tę „smutną, ale bardzo potrzebną uroczystość” podkreślił, że całkowicie zgadza się, iż przyszłość można budować tylko na prawdzie. – Ale musimy rozmawiać o tej historii otwarcie. Oczywiście nazwać zbrodnię zbrodnią. Przeprosić i przepraszam, ale również czcić pamięć tych ofiar które tego potrzebują, po obu stronach granicy – powiedział ambasador.

Przypomniał, że przeprowadzono niedawno prace ekshumacyjne w Późnikach, kolejne maja być w Zboiskach we Lwowie, a oczekiwane są zezwolenia na prace w Ugłach, Hucie Pieniackiej iw innych miejscowościach, o które prosi strona polska. Podkreślił, że potrzebny jest także dialog polskich i ukraińskich ekspertów i historyków. Zapewnił, że strona ukraińska jest otwarta na dialog także w kwestiach trudnych. – Dla nas jest ważne teraz z Polska otworzyła się od początku wojny i pomaga Ukrainie w walce z Rosją. Ukraina jest dziś skrwawiona, umęczona, ale stoi i broni naszej wspólnej wolności – powiedział Bodnar.

Listy do uczestników uroczystości w Chełmie skierowali także prezes PiS Jarosław Kaczyński oraz wicepremier minister obrony narodowej Władysław Kosiniak-Kamysz.

Podczas uroczystości prezydent Chełma Jakub Banaszek podpisał dokumenty umożliwiające ogłoszenia przetargu na przygotowanie dokumentacji projektowej dotyczącej modernizacji budynków przeznaczonych pod działalność Muzeum. – Zobowiązuję się, że ta instytucja zostanie zrealizowana do końca. Wierzę, że pan prezydent Karol Nawrocki uroczyście otworzy tą instytucję – powiedział. Zaprosił też do muzeum prezydenta Zełenskiego.

Tworzenie w Chełmie Muzeum Pamięci Ofiar Rzezi Wołyńskiej i Centrum Pamięci i Pojednania im. Lecha Kaczyńskiego rozpoczęto w 2020 roku. Samorząd miasta w 2022 roku dzięki dotacji ok. 4 mln zł z rezerwy Prezesa Rady Ministrów, nabył kompleks 11 dawnych carskich budynków przy ul. Hrubieszowskiej.

Koszt utworzenia placówki szacowany był wtedy na 180 mln zł, z czego 162 mln zł miała stanowić dotacja z Ministerstwa Kultury i Dziedzictwa Narodowego. Miasto Chełm zobowiązało się do przygotowania koncepcji oraz dokumentacji technicznej przedsięwzięcia. Pozostała część inwestycji miała zostać zrealizowana przez resort kultury.

Umowę między Chełm a resortem kultury zakładającą przyznanie dotacji na budowę i decyzję o współprowadzeniu instytucji zawarto w listopadzie 2023 r. Kilka miesięcy później, w styczniu 2024 r. resort zdecydował o jej wypowiedzeniu – jak tłumaczono – m.in. z powodu braku środków na realizację wielomilionowych zobowiązań. Miasto Chełm złożyło w tej sprawie pozew do sądu.

Karol Nawrocki w wystąpieniu podkreślał, że ważne i unikatowe muzeum w Chełmie „powstać musi nawet wbrew decyzjom ministerstwa kultury i dziedzictwa narodowego obecnego rządu” – To muzeum musi powstać i to muzeum będzie zawsze miało wsparcie prezydenta Polski – oświadczył prezydent elekt.

Dzień pamięci o Polakach ofiarach ludobójstwa dokonanego przez ukraińskich nacjonalistów na obywatelach II Rzeczypospolitej obchodzony jest 11 lipca, w rocznicę Krwawej Niedzieli.

11 i 12 lipca 1943 r. Ukraińska Powstańcza Armia dokonała skoordynowanego ataku na Polaków w 150 miejscowościach w powiatach włodzimierskim, horochowskim, kowelskim oraz łuckim. Według badaczy tylko 11 lipca mogło zginąć około 8 tys. Polaków, których rozstrzeliwano albo zabijano przy użyciu siekier, wideł czy noży. Było to apogeum mordów prowadzonych od lutego 1943 r. do wiosny 1945 r.

Łącznie w tym okresie na Wołyniu iw Galicji Wschodniej zginęło ponad 100 tys. Polaków, zamordowanych przez oddziały UPA i miejscową ludność ukraińską. Zbrodnia wołyńska spowodowała polski odwet, w wyniku którego zginęło 10-12 tys. Ukraińców, w tym 3-5 tys. na Wołyniu iw Galicji Wschodniej.

Polskę i Ukrainę od wielu lat różni pamięć o roli Organizacji Ukraińskich Nacjonalistów i Ukraińskiej Powstańczej Armii, która w latach 1943-45 dopuściła się ludobójczej czystki etnicznej na Polakach. O ile dla polskiej strony była to zbrodnia ludobójstwa (masowa i zorganizowana), o tyle dla Ukraińców był to efekt symetrycznego konfliktu zbrojnego, za który w równym stopniu odpowiedzialne były obie strony. Poza tym dla wielu Ukraińców OUN i UPA ze względu na ich powojenny ruch oporu wobec ZSRR postrzegane są jako organizacje wyłącznie antysowieckie, a nie antypolskie.

At the initiative of PSL, the Sejm in June this year accepted the Act on the establishment of the State Day on July 11 as a day of memory of Poles-victims of the genocide made by the OUN-UPA in the Eastern Borderlands of the Second Polish Republic. President Andrzej Duda signed it at the beginning of July. (Pap)

ren/ sno/ par/

Prezydent elekt Karol Nawrocki zaapelował w Chełmie do prezydenta Ukrainy Wołodymyra Zełenskiego o możliwość podjęcia pełnoskalowych ekshumacji na Wołyniu. Podkreślił, że ofiary ludobójstwa nie wołają o zemstę, ao „krzyż”, „grób” i „pamięć”, a on jest zobowiązany „mówić ich głosem”.

Prezydent elekt Karol Nawrocki na terenie tworzonego w Chełmie (Lubelskie) Muzeum Pamięci Ofiar Rzezi Wołyńskiej wziął udział w uroczystościach upamiętnienia ofiar ludobójstwa na Wołyniu. – My, Polacy, mamo prawo do tego, by pamiętać o ludobójstwie wołyńskim niezależnie od zmieniających się czasów i okoliczności. I będziemy pamiętać – podkreślił Nawrocki.

Jak wskazał, „nie ma narodów wybranych do przeżywania swojego cierpienia z przeszłości”. – Nie możemy zgodzić się na to, że odmawia się nam, Polakom, prawa do pochowania ofiar ludobójstwa wołyńskiego, bo nie o zemstę oni wołają: wołają o krzyż, wołają o grób, wołają o pamięć, i jako przyszły prezydent Polski jestem zobowiązany mówić ich głosem. Nikt mnie z tego nie zwolni – podkreślił Nawrocki.

W swoim przemówieniu prezydent elekt zwrócił się do prezydenta Ukrainy Wołodymyra Zełenskiego oraz ambasadora Ukrainy w Polsce. – Jeszcze raz, panie ambasadorze, jako prezydent elekt, chciałem oficjalnie zwrócić się do ekscelencji i prezydenta Zełenskiego o możliwość podjęcia pełnoskalowych ekshumacji na Wołyniu. Polacy czekają na tę prawdę, a (…) rodziny wołyńskie wciąż cierpią w związku z traumą, która wydarzyła się 82 lata temu – powiedział.

Zdaniem Nawrockiego, podjęcie się tego jest konieczne, aby Polska i Ukraina „pojednały się tak naprawdę” i „za sprawą prawdy”.

Ambasador Ukrainy w Polsce Wasyl Bodnar dziękując za zaproszenie na tę „smutną, ale bardzo potrzebną uroczystość” podkreślił, że całkowicie zgadza się, iż przyszłość można budować tylko na prawdzie. – Ale musimy rozmawiać o tej historii otwarcie. Oczywiście nazwać zbrodnię zbrodnią. Przeprosić i przepraszam, ale również czcić pamięć tych ofiar które tego potrzebują, po obu stronach granicy – powiedział ambasador.

Przypomniał, że przeprowadzono niedawno prace ekshumacyjne w Późnikach, kolejne maja być w Zboiskach we Lwowie, a oczekiwane są zezwolenia na prace w Ugłach, Hucie Pieniackiej iw innych miejscowościach, o które prosi strona polska. Podkreślił, że potrzebny jest także dialog polskich i ukraińskich ekspertów i historyków. Zapewnił, że strona ukraińska jest otwarta na dialog także w kwestiach trudnych. – Dla nas jest ważne teraz z Polska otworzyła się od początku wojny i pomaga Ukrainie w walce z Rosją. Ukraina jest dziś skrwawiona, umęczona, ale stoi i broni naszej wspólnej wolności – powiedział Bodnar.

Listy do uczestników uroczystości w Chełmie skierowali także prezes PiS Jarosław Kaczyński oraz wicepremier minister obrony narodowej Władysław Kosiniak-Kamysz.

Podczas uroczystości prezydent Chełma Jakub Banaszek podpisał dokumenty umożliwiające ogłoszenia przetargu na przygotowanie dokumentacji projektowej dotyczącej modernizacji budynków przeznaczonych pod działalność Muzeum. – Zobowiązuję się, że ta instytucja zostanie zrealizowana do końca. Wierzę, że pan prezydent Karol Nawrocki uroczyście otworzy tą instytucję – powiedział. Zaprosił też do muzeum prezydenta Zełenskiego.

Tworzenie w Chełmie Muzeum Pamięci Ofiar Rzezi Wołyńskiej i Centrum Pamięci i Pojednania im. Lecha Kaczyńskiego rozpoczęto w 2020 roku. Samorząd miasta w 2022 roku dzięki dotacji ok. 4 mln zł z rezerwy Prezesa Rady Ministrów, nabył kompleks 11 dawnych carskich budynków przy ul. Hrubieszowskiej.

Koszt utworzenia placówki szacowany był wtedy na 180 mln zł, z czego 162 mln zł miała stanowić dotacja z Ministerstwa Kultury i Dziedzictwa Narodowego. Miasto Chełm zobowiązało się do przygotowania koncepcji oraz dokumentacji technicznej przedsięwzięcia. Pozostała część inwestycji miała zostać zrealizowana przez resort kultury.

Umowę między Chełm a resortem kultury zakładającą przyznanie dotacji na budowę i decyzję o współprowadzeniu instytucji zawarto w listopadzie 2023 r. Kilka miesięcy później, w styczniu 2024 r. resort zdecydował o jej wypowiedzeniu – jak tłumaczono – m.in. z powodu braku środków na realizację wielomilionowych zobowiązań. Miasto Chełm złożyło w tej sprawie pozew do sądu.

Karol Nawrocki w wystąpieniu podkreślał, że ważne i unikatowe muzeum w Chełmie „powstać musi nawet wbrew decyzjom ministerstwa kultury i dziedzictwa narodowego obecnego rządu” – To muzeum musi powstać i to muzeum będzie zawsze miało wsparcie prezydenta Polski – oświadczył prezydent elekt.

Dzień pamięci o Polakach ofiarach ludobójstwa dokonanego przez ukraińskich nacjonalistów na obywatelach II Rzeczypospolitej obchodzony jest 11 lipca, w rocznicę Krwawej Niedzieli.

11 i 12 lipca 1943 r. Ukraińska Powstańcza Armia dokonała skoordynowanego ataku na Polaków w 150 miejscowościach w powiatach włodzimierskim, horochowskim, kowelskim oraz łuckim. Według badaczy tylko 11 lipca mogło zginąć około 8 tys. Polaków, których rozstrzeliwano albo zabijano przy użyciu siekier, wideł czy noży. Było to apogeum mordów prowadzonych od lutego 1943 r. do wiosny 1945 r.

Łącznie w tym okresie na Wołyniu iw Galicji Wschodniej zginęło ponad 100 tys. Polaków, zamordowanych przez oddziały UPA i miejscową ludność ukraińską. Zbrodnia wołyńska spowodowała polski odwet, w wyniku którego zginęło 10-12 tys. Ukraińców, w tym 3-5 tys. na Wołyniu iw Galicji Wschodniej.

Polskę i Ukrainę od wielu lat różni pamięć o roli Organizacji Ukraińskich Nacjonalistów i Ukraińskiej Powstańczej Armii, która w latach 1943-45 dopuściła się ludobójczej czystki etnicznej na Polakach. O ile dla polskiej strony była to zbrodnia ludobójstwa (masowa i zorganizowana), o tyle dla Ukraińców był to efekt symetrycznego konfliktu zbrojnego, za który w równym stopniu odpowiedzialne były obie strony. Poza tym dla wielu Ukraińców OUN i UPA ze względu na ich powojenny ruch oporu wobec ZSRR postrzegane są jako organizacje wyłącznie antysowieckie, a nie antypolskie.

At the initiative of PSL, the Sejm in June this year accepted the Act on the establishment of the State Day on July 11 as a day of memory of Poles-victims of the genocide made by the OUN-UPA in the Eastern Borderlands of the Second Polish Republic. President Andrzej Duda signed it at the beginning of July. (Pap)

ren/ sno/ par/

Prezydent elekt Karol Nawrocki zaapelował w Chełmie do prezydenta Ukrainy Wołodymyra Zełenskiego o możliwość podjęcia pełnoskalowych ekshumacji na Wołyniu. Podkreślił, że ofiary ludobójstwa nie wołają o zemstę, ao „krzyż”, „grób” i „pamięć”, a on jest zobowiązany „mówić ich głosem”.

Prezydent elekt Karol Nawrocki na terenie tworzonego w Chełmie (Lubelskie) Muzeum Pamięci Ofiar Rzezi Wołyńskiej wziął udział w uroczystościach upamiętnienia ofiar ludobójstwa na Wołyniu. – My, Polacy, mamo prawo do tego, by pamiętać o ludobójstwie wołyńskim niezależnie od zmieniających się czasów i okoliczności. I będziemy pamiętać – podkreślił Nawrocki.

Jak wskazał, „nie ma narodów wybranych do przeżywania swojego cierpienia z przeszłości”. – Nie możemy zgodzić się na to, że odmawia się nam, Polakom, prawa do pochowania ofiar ludobójstwa wołyńskiego, bo nie o zemstę oni wołają: wołają o krzyż, wołają o grób, wołają o pamięć, i jako przyszły prezydent Polski jestem zobowiązany mówić ich głosem. Nikt mnie z tego nie zwolni – podkreślił Nawrocki.

W swoim przemówieniu prezydent elekt zwrócił się do prezydenta Ukrainy Wołodymyra Zełenskiego oraz ambasadora Ukrainy w Polsce. – Jeszcze raz, panie ambasadorze, jako prezydent elekt, chciałem oficjalnie zwrócić się do ekscelencji i prezydenta Zełenskiego o możliwość podjęcia pełnoskalowych ekshumacji na Wołyniu. Polacy czekają na tę prawdę, a (…) rodziny wołyńskie wciąż cierpią w związku z traumą, która wydarzyła się 82 lata temu – powiedział.

Zdaniem Nawrockiego, podjęcie się tego jest konieczne, aby Polska i Ukraina „pojednały się tak naprawdę” i „za sprawą prawdy”.

Ambasador Ukrainy w Polsce Wasyl Bodnar dziękując za zaproszenie na tę „smutną, ale bardzo potrzebną uroczystość” podkreślił, że całkowicie zgadza się, iż przyszłość można budować tylko na prawdzie. – Ale musimy rozmawiać o tej historii otwarcie. Oczywiście nazwać zbrodnię zbrodnią. Przeprosić i przepraszam, ale również czcić pamięć tych ofiar które tego potrzebują, po obu stronach granicy – powiedział ambasador.

Przypomniał, że przeprowadzono niedawno prace ekshumacyjne w Późnikach, kolejne maja być w Zboiskach we Lwowie, a oczekiwane są zezwolenia na prace w Ugłach, Hucie Pieniackiej iw innych miejscowościach, o które prosi strona polska. Podkreślił, że potrzebny jest także dialog polskich i ukraińskich ekspertów i historyków. Zapewnił, że strona ukraińska jest otwarta na dialog także w kwestiach trudnych. – Dla nas jest ważne teraz z Polska otworzyła się od początku wojny i pomaga Ukrainie w walce z Rosją. Ukraina jest dziś skrwawiona, umęczona, ale stoi i broni naszej wspólnej wolności – powiedział Bodnar.

Listy do uczestników uroczystości w Chełmie skierowali także prezes PiS Jarosław Kaczyński oraz wicepremier minister obrony narodowej Władysław Kosiniak-Kamysz.

Podczas uroczystości prezydent Chełma Jakub Banaszek podpisał dokumenty umożliwiające ogłoszenia przetargu na przygotowanie dokumentacji projektowej dotyczącej modernizacji budynków przeznaczonych pod działalność Muzeum. – Zobowiązuję się, że ta instytucja zostanie zrealizowana do końca. Wierzę, że pan prezydent Karol Nawrocki uroczyście otworzy tą instytucję – powiedział. Zaprosił też do muzeum prezydenta Zełenskiego.

Tworzenie w Chełmie Muzeum Pamięci Ofiar Rzezi Wołyńskiej i Centrum Pamięci i Pojednania im. Lecha Kaczyńskiego rozpoczęto w 2020 roku. Samorząd miasta w 2022 roku dzięki dotacji ok. 4 mln zł z rezerwy Prezesa Rady Ministrów, nabył kompleks 11 dawnych carskich budynków przy ul. Hrubieszowskiej.

Koszt utworzenia placówki szacowany był wtedy na 180 mln zł, z czego 162 mln zł miała stanowić dotacja z Ministerstwa Kultury i Dziedzictwa Narodowego. Miasto Chełm zobowiązało się do przygotowania koncepcji oraz dokumentacji technicznej przedsięwzięcia. Pozostała część inwestycji miała zostać zrealizowana przez resort kultury.

Umowę między Chełm a resortem kultury zakładającą przyznanie dotacji na budowę i decyzję o współprowadzeniu instytucji zawarto w listopadzie 2023 r. Kilka miesięcy później, w styczniu 2024 r. resort zdecydował o jej wypowiedzeniu – jak tłumaczono – m.in. z powodu braku środków na realizację wielomilionowych zobowiązań. Miasto Chełm złożyło w tej sprawie pozew do sądu.

Karol Nawrocki w wystąpieniu podkreślał, że ważne i unikatowe muzeum w Chełmie „powstać musi nawet wbrew decyzjom ministerstwa kultury i dziedzictwa narodowego obecnego rządu” – To muzeum musi powstać i to muzeum będzie zawsze miało wsparcie prezydenta Polski – oświadczył prezydent elekt.

Dzień pamięci o Polakach ofiarach ludobójstwa dokonanego przez ukraińskich nacjonalistów na obywatelach II Rzeczypospolitej obchodzony jest 11 lipca, w rocznicę Krwawej Niedzieli.

11 i 12 lipca 1943 r. Ukraińska Powstańcza Armia dokonała skoordynowanego ataku na Polaków w 150 miejscowościach w powiatach włodzimierskim, horochowskim, kowelskim oraz łuckim. Według badaczy tylko 11 lipca mogło zginąć około 8 tys. Polaków, których rozstrzeliwano albo zabijano przy użyciu siekier, wideł czy noży. Było to apogeum mordów prowadzonych od lutego 1943 r. do wiosny 1945 r.

Łącznie w tym okresie na Wołyniu iw Galicji Wschodniej zginęło ponad 100 tys. Polaków, zamordowanych przez oddziały UPA i miejscową ludność ukraińską. Zbrodnia wołyńska spowodowała polski odwet, w wyniku którego zginęło 10-12 tys. Ukraińców, w tym 3-5 tys. na Wołyniu iw Galicji Wschodniej.

Polskę i Ukrainę od wielu lat różni pamięć o roli Organizacji Ukraińskich Nacjonalistów i Ukraińskiej Powstańczej Armii, która w latach 1943-45 dopuściła się ludobójczej czystki etnicznej na Polakach. O ile dla polskiej strony była to zbrodnia ludobójstwa (masowa i zorganizowana), o tyle dla Ukraińców był to efekt symetrycznego konfliktu zbrojnego, za który w równym stopniu odpowiedzialne były obie strony. Poza tym dla wielu Ukraińców OUN i UPA ze względu na ich powojenny ruch oporu wobec ZSRR postrzegane są jako organizacje wyłącznie antysowieckie, a nie antypolskie.

At the initiative of PSL, the Sejm in June this year accepted the Act on the establishment of the State Day on July 11 as a day of memory of Poles-victims of the genocide made by the OUN-UPA in the Eastern Borderlands of the Second Polish Republic. President Andrzej Duda signed it at the beginning of July. (Pap)

ren/ sno/ par/

Prezydent elekt Karol Nawrocki zaapelował w Chełmie do prezydenta Ukrainy Wołodymyra Zełenskiego o możliwość podjęcia pełnoskalowych ekshumacji na Wołyniu. Podkreślił, że ofiary ludobójstwa nie wołają o zemstę, ao „krzyż”, „grób” i „pamięć”, a on jest zobowiązany „mówić ich głosem”.

Prezydent elekt Karol Nawrocki na terenie tworzonego w Chełmie (Lubelskie) Muzeum Pamięci Ofiar Rzezi Wołyńskiej wziął udział w uroczystościach upamiętnienia ofiar ludobójstwa na Wołyniu. – My, Polacy, mamo prawo do tego, by pamiętać o ludobójstwie wołyńskim niezależnie od zmieniających się czasów i okoliczności. I będziemy pamiętać – podkreślił Nawrocki.

Jak wskazał, „nie ma narodów wybranych do przeżywania swojego cierpienia z przeszłości”. – Nie możemy zgodzić się na to, że odmawia się nam, Polakom, prawa do pochowania ofiar ludobójstwa wołyńskiego, bo nie o zemstę oni wołają: wołają o krzyż, wołają o grób, wołają o pamięć, i jako przyszły prezydent Polski jestem zobowiązany mówić ich głosem. Nikt mnie z tego nie zwolni – podkreślił Nawrocki.

W swoim przemówieniu prezydent elekt zwrócił się do prezydenta Ukrainy Wołodymyra Zełenskiego oraz ambasadora Ukrainy w Polsce. – Jeszcze raz, panie ambasadorze, jako prezydent elekt, chciałem oficjalnie zwrócić się do ekscelencji i prezydenta Zełenskiego o możliwość podjęcia pełnoskalowych ekshumacji na Wołyniu. Polacy czekają na tę prawdę, a (…) rodziny wołyńskie wciąż cierpią w związku z traumą, która wydarzyła się 82 lata temu – powiedział.

Zdaniem Nawrockiego, podjęcie się tego jest konieczne, aby Polska i Ukraina „pojednały się tak naprawdę” i „za sprawą prawdy”.

Ambasador Ukrainy w Polsce Wasyl Bodnar dziękując za zaproszenie na tę „smutną, ale bardzo potrzebną uroczystość” podkreślił, że całkowicie zgadza się, iż przyszłość można budować tylko na prawdzie. – Ale musimy rozmawiać o tej historii otwarcie. Oczywiście nazwać zbrodnię zbrodnią. Przeprosić i przepraszam, ale również czcić pamięć tych ofiar które tego potrzebują, po obu stronach granicy – powiedział ambasador.

Przypomniał, że przeprowadzono niedawno prace ekshumacyjne w Późnikach, kolejne maja być w Zboiskach we Lwowie, a oczekiwane są zezwolenia na prace w Ugłach, Hucie Pieniackiej iw innych miejscowościach, o które prosi strona polska. Podkreślił, że potrzebny jest także dialog polskich i ukraińskich ekspertów i historyków. Zapewnił, że strona ukraińska jest otwarta na dialog także w kwestiach trudnych. – Dla nas jest ważne teraz z Polska otworzyła się od początku wojny i pomaga Ukrainie w walce z Rosją. Ukraina jest dziś skrwawiona, umęczona, ale stoi i broni naszej wspólnej wolności – powiedział Bodnar.

Listy do uczestników uroczystości w Chełmie skierowali także prezes PiS Jarosław Kaczyński oraz wicepremier minister obrony narodowej Władysław Kosiniak-Kamysz.

Podczas uroczystości prezydent Chełma Jakub Banaszek podpisał dokumenty umożliwiające ogłoszenia przetargu na przygotowanie dokumentacji projektowej dotyczącej modernizacji budynków przeznaczonych pod działalność Muzeum. – Zobowiązuję się, że ta instytucja zostanie zrealizowana do końca. Wierzę, że pan prezydent Karol Nawrocki uroczyście otworzy tą instytucję – powiedział. Zaprosił też do muzeum prezydenta Zełenskiego.

Tworzenie w Chełmie Muzeum Pamięci Ofiar Rzezi Wołyńskiej i Centrum Pamięci i Pojednania im. Lecha Kaczyńskiego rozpoczęto w 2020 roku. Samorząd miasta w 2022 roku dzięki dotacji ok. 4 mln zł z rezerwy Prezesa Rady Ministrów, nabył kompleks 11 dawnych carskich budynków przy ul. Hrubieszowskiej.

Koszt utworzenia placówki szacowany był wtedy na 180 mln zł, z czego 162 mln zł miała stanowić dotacja z Ministerstwa Kultury i Dziedzictwa Narodowego. Miasto Chełm zobowiązało się do przygotowania koncepcji oraz dokumentacji technicznej przedsięwzięcia. Pozostała część inwestycji miała zostać zrealizowana przez resort kultury.

Umowę między Chełm a resortem kultury zakładającą przyznanie dotacji na budowę i decyzję o współprowadzeniu instytucji zawarto w listopadzie 2023 r. Kilka miesięcy później, w styczniu 2024 r. resort zdecydował o jej wypowiedzeniu – jak tłumaczono – m.in. z powodu braku środków na realizację wielomilionowych zobowiązań. Miasto Chełm złożyło w tej sprawie pozew do sądu.

Karol Nawrocki w wystąpieniu podkreślał, że ważne i unikatowe muzeum w Chełmie „powstać musi nawet wbrew decyzjom ministerstwa kultury i dziedzictwa narodowego obecnego rządu” – To muzeum musi powstać i to muzeum będzie zawsze miało wsparcie prezydenta Polski – oświadczył prezydent elekt.

Dzień pamięci o Polakach ofiarach ludobójstwa dokonanego przez ukraińskich nacjonalistów na obywatelach II Rzeczypospolitej obchodzony jest 11 lipca, w rocznicę Krwawej Niedzieli.

11 i 12 lipca 1943 r. Ukraińska Powstańcza Armia dokonała skoordynowanego ataku na Polaków w 150 miejscowościach w powiatach włodzimierskim, horochowskim, kowelskim oraz łuckim. Według badaczy tylko 11 lipca mogło zginąć około 8 tys. Polaków, których rozstrzeliwano albo zabijano przy użyciu siekier, wideł czy noży. Było to apogeum mordów prowadzonych od lutego 1943 r. do wiosny 1945 r.

Łącznie w tym okresie na Wołyniu iw Galicji Wschodniej zginęło ponad 100 tys. Polaków, zamordowanych przez oddziały UPA i miejscową ludność ukraińską. Zbrodnia wołyńska spowodowała polski odwet, w wyniku którego zginęło 10-12 tys. Ukraińców, w tym 3-5 tys. na Wołyniu iw Galicji Wschodniej.

Polskę i Ukrainę od wielu lat różni pamięć o roli Organizacji Ukraińskich Nacjonalistów i Ukraińskiej Powstańczej Armii, która w latach 1943-45 dopuściła się ludobójczej czystki etnicznej na Polakach. O ile dla polskiej strony była to zbrodnia ludobójstwa (masowa i zorganizowana), o tyle dla Ukraińców był to efekt symetrycznego konfliktu zbrojnego, za który w równym stopniu odpowiedzialne były obie strony. Poza tym dla wielu Ukraińców OUN i UPA ze względu na ich powojenny ruch oporu wobec ZSRR postrzegane są jako organizacje wyłącznie antysowieckie, a nie antypolskie.

At the initiative of PSL, the Sejm in June this year accepted the Act on the establishment of the State Day on July 11 as a day of memory of Poles-victims of the genocide made by the OUN-UPA in the Eastern Borderlands of the Second Polish Republic. President Andrzej Duda signed it at the beginning of July. (Pap)

ren/ sno/ par/

Prezydent elekt Karol Nawrocki zaapelował w Chełmie do prezydenta Ukrainy Wołodymyra Zełenskiego o możliwość podjęcia pełnoskalowych ekshumacji na Wołyniu. Podkreślił, że ofiary ludobójstwa nie wołają o zemstę, ao „krzyż”, „grób” i „pamięć”, a on jest zobowiązany „mówić ich głosem”.

Prezydent elekt Karol Nawrocki na terenie tworzonego w Chełmie (Lubelskie) Muzeum Pamięci Ofiar Rzezi Wołyńskiej wziął udział w uroczystościach upamiętnienia ofiar ludobójstwa na Wołyniu. – My, Polacy, mamo prawo do tego, by pamiętać o ludobójstwie wołyńskim niezależnie od zmieniających się czasów i okoliczności. I będziemy pamiętać – podkreślił Nawrocki.

Jak wskazał, „nie ma narodów wybranych do przeżywania swojego cierpienia z przeszłości”. – Nie możemy zgodzić się na to, że odmawia się nam, Polakom, prawa do pochowania ofiar ludobójstwa wołyńskiego, bo nie o zemstę oni wołają: wołają o krzyż, wołają o grób, wołają o pamięć, i jako przyszły prezydent Polski jestem zobowiązany mówić ich głosem. Nikt mnie z tego nie zwolni – podkreślił Nawrocki.

W swoim przemówieniu prezydent elekt zwrócił się do prezydenta Ukrainy Wołodymyra Zełenskiego oraz ambasadora Ukrainy w Polsce. – Jeszcze raz, panie ambasadorze, jako prezydent elekt, chciałem oficjalnie zwrócić się do ekscelencji i prezydenta Zełenskiego o możliwość podjęcia pełnoskalowych ekshumacji na Wołyniu. Polacy czekają na tę prawdę, a (…) rodziny wołyńskie wciąż cierpią w związku z traumą, która wydarzyła się 82 lata temu – powiedział.

Zdaniem Nawrockiego, podjęcie się tego jest konieczne, aby Polska i Ukraina „pojednały się tak naprawdę” i „za sprawą prawdy”.

Ambasador Ukrainy w Polsce Wasyl Bodnar dziękując za zaproszenie na tę „smutną, ale bardzo potrzebną uroczystość” podkreślił, że całkowicie zgadza się, iż przyszłość można budować tylko na prawdzie. – Ale musimy rozmawiać o tej historii otwarcie. Oczywiście nazwać zbrodnię zbrodnią. Przeprosić i przepraszam, ale również czcić pamięć tych ofiar które tego potrzebują, po obu stronach granicy – powiedział ambasador.

Przypomniał, że przeprowadzono niedawno prace ekshumacyjne w Późnikach, kolejne maja być w Zboiskach we Lwowie, a oczekiwane są zezwolenia na prace w Ugłach, Hucie Pieniackiej iw innych miejscowościach, o które prosi strona polska. Podkreślił, że potrzebny jest także dialog polskich i ukraińskich ekspertów i historyków. Zapewnił, że strona ukraińska jest otwarta na dialog także w kwestiach trudnych. – Dla nas jest ważne teraz z Polska otworzyła się od początku wojny i pomaga Ukrainie w walce z Rosją. Ukraina jest dziś skrwawiona, umęczona, ale stoi i broni naszej wspólnej wolności – powiedział Bodnar.

Listy do uczestników uroczystości w Chełmie skierowali także prezes PiS Jarosław Kaczyński oraz wicepremier minister obrony narodowej Władysław Kosiniak-Kamysz.

Podczas uroczystości prezydent Chełma Jakub Banaszek podpisał dokumenty umożliwiające ogłoszenia przetargu na przygotowanie dokumentacji projektowej dotyczącej modernizacji budynków przeznaczonych pod działalność Muzeum. – Zobowiązuję się, że ta instytucja zostanie zrealizowana do końca. Wierzę, że pan prezydent Karol Nawrocki uroczyście otworzy tą instytucję – powiedział. Zaprosił też do muzeum prezydenta Zełenskiego.

Tworzenie w Chełmie Muzeum Pamięci Ofiar Rzezi Wołyńskiej i Centrum Pamięci i Pojednania im. Lecha Kaczyńskiego rozpoczęto w 2020 roku. Samorząd miasta w 2022 roku dzięki dotacji ok. 4 mln zł z rezerwy Prezesa Rady Ministrów, nabył kompleks 11 dawnych carskich budynków przy ul. Hrubieszowskiej.

Koszt utworzenia placówki szacowany był wtedy na 180 mln zł, z czego 162 mln zł miała stanowić dotacja z Ministerstwa Kultury i Dziedzictwa Narodowego. Miasto Chełm zobowiązało się do przygotowania koncepcji oraz dokumentacji technicznej przedsięwzięcia. Pozostała część inwestycji miała zostać zrealizowana przez resort kultury.

Umowę między Chełm a resortem kultury zakładającą przyznanie dotacji na budowę i decyzję o współprowadzeniu instytucji zawarto w listopadzie 2023 r. Kilka miesięcy później, w styczniu 2024 r. resort zdecydował o jej wypowiedzeniu – jak tłumaczono – m.in. z powodu braku środków na realizację wielomilionowych zobowiązań. Miasto Chełm złożyło w tej sprawie pozew do sądu.

Karol Nawrocki w wystąpieniu podkreślał, że ważne i unikatowe muzeum w Chełmie „powstać musi nawet wbrew decyzjom ministerstwa kultury i dziedzictwa narodowego obecnego rządu” – To muzeum musi powstać i to muzeum będzie zawsze miało wsparcie prezydenta Polski – oświadczył prezydent elekt.

Dzień pamięci o Polakach ofiarach ludobójstwa dokonanego przez ukraińskich nacjonalistów na obywatelach II Rzeczypospolitej obchodzony jest 11 lipca, w rocznicę Krwawej Niedzieli.

11 i 12 lipca 1943 r. Ukraińska Powstańcza Armia dokonała skoordynowanego ataku na Polaków w 150 miejscowościach w powiatach włodzimierskim, horochowskim, kowelskim oraz łuckim. Według badaczy tylko 11 lipca mogło zginąć około 8 tys. Polaków, których rozstrzeliwano albo zabijano przy użyciu siekier, wideł czy noży. Było to apogeum mordów prowadzonych od lutego 1943 r. do wiosny 1945 r.

Łącznie w tym okresie na Wołyniu iw Galicji Wschodniej zginęło ponad 100 tys. Polaków, zamordowanych przez oddziały UPA i miejscową ludność ukraińską. Zbrodnia wołyńska spowodowała polski odwet, w wyniku którego zginęło 10-12 tys. Ukraińców, w tym 3-5 tys. na Wołyniu iw Galicji Wschodniej.

Polskę i Ukrainę od wielu lat różni pamięć o roli Organizacji Ukraińskich Nacjonalistów i Ukraińskiej Powstańczej Armii, która w latach 1943-45 dopuściła się ludobójczej czystki etnicznej na Polakach. O ile dla polskiej strony była to zbrodnia ludobójstwa (masowa i zorganizowana), o tyle dla Ukraińców był to efekt symetrycznego konfliktu zbrojnego, za który w równym stopniu odpowiedzialne były obie strony. Poza tym dla wielu Ukraińców OUN i UPA ze względu na ich powojenny ruch oporu wobec ZSRR postrzegane są jako organizacje wyłącznie antysowieckie, a nie antypolskie.

At the initiative of PSL, the Sejm in June this year accepted the Act on the establishment of the State Day on July 11 as a day of memory of Poles-victims of the genocide made by the OUN-UPA in the Eastern Borderlands of the Second Polish Republic. President Andrzej Duda signed it at the beginning of July. (Pap)

ren/ sno/ par/

Prezydent elekt Karol Nawrocki zaapelował w Chełmie do prezydenta Ukrainy Wołodymyra Zełenskiego o możliwość podjęcia pełnoskalowych ekshumacji na Wołyniu. Podkreślił, że ofiary ludobójstwa nie wołają o zemstę, ao „krzyż”, „grób” i „pamięć”, a on jest zobowiązany „mówić ich głosem”.

Prezydent elekt Karol Nawrocki na terenie tworzonego w Chełmie (Lubelskie) Muzeum Pamięci Ofiar Rzezi Wołyńskiej wziął udział w uroczystościach upamiętnienia ofiar ludobójstwa na Wołyniu. – My, Polacy, mamo prawo do tego, by pamiętać o ludobójstwie wołyńskim niezależnie od zmieniających się czasów i okoliczności. I będziemy pamiętać – podkreślił Nawrocki.

Jak wskazał, „nie ma narodów wybranych do przeżywania swojego cierpienia z przeszłości”. – Nie możemy zgodzić się na to, że odmawia się nam, Polakom, prawa do pochowania ofiar ludobójstwa wołyńskiego, bo nie o zemstę oni wołają: wołają o krzyż, wołają o grób, wołają o pamięć, i jako przyszły prezydent Polski jestem zobowiązany mówić ich głosem. Nikt mnie z tego nie zwolni – podkreślił Nawrocki.

W swoim przemówieniu prezydent elekt zwrócił się do prezydenta Ukrainy Wołodymyra Zełenskiego oraz ambasadora Ukrainy w Polsce. – Jeszcze raz, panie ambasadorze, jako prezydent elekt, chciałem oficjalnie zwrócić się do ekscelencji i prezydenta Zełenskiego o możliwość podjęcia pełnoskalowych ekshumacji na Wołyniu. Polacy czekają na tę prawdę, a (…) rodziny wołyńskie wciąż cierpią w związku z traumą, która wydarzyła się 82 lata temu – powiedział.

Zdaniem Nawrockiego, podjęcie się tego jest konieczne, aby Polska i Ukraina „pojednały się tak naprawdę” i „za sprawą prawdy”.

Ambasador Ukrainy w Polsce Wasyl Bodnar dziękując za zaproszenie na tę „smutną, ale bardzo potrzebną uroczystość” podkreślił, że całkowicie zgadza się, iż przyszłość można budować tylko na prawdzie. – Ale musimy rozmawiać o tej historii otwarcie. Oczywiście nazwać zbrodnię zbrodnią. Przeprosić i przepraszam, ale również czcić pamięć tych ofiar które tego potrzebują, po obu stronach granicy – powiedział ambasador.

Przypomniał, że przeprowadzono niedawno prace ekshumacyjne w Późnikach, kolejne maja być w Zboiskach we Lwowie, a oczekiwane są zezwolenia na prace w Ugłach, Hucie Pieniackiej iw innych miejscowościach, o które prosi strona polska. Podkreślił, że potrzebny jest także dialog polskich i ukraińskich ekspertów i historyków. Zapewnił, że strona ukraińska jest otwarta na dialog także w kwestiach trudnych. – Dla nas jest ważne teraz z Polska otworzyła się od początku wojny i pomaga Ukrainie w walce z Rosją. Ukraina jest dziś skrwawiona, umęczona, ale stoi i broni naszej wspólnej wolności – powiedział Bodnar.

Listy do uczestników uroczystości w Chełmie skierowali także prezes PiS Jarosław Kaczyński oraz wicepremier minister obrony narodowej Władysław Kosiniak-Kamysz.

Podczas uroczystości prezydent Chełma Jakub Banaszek podpisał dokumenty umożliwiające ogłoszenia przetargu na przygotowanie dokumentacji projektowej dotyczącej modernizacji budynków przeznaczonych pod działalność Muzeum. – Zobowiązuję się, że ta instytucja zostanie zrealizowana do końca. Wierzę, że pan prezydent Karol Nawrocki uroczyście otworzy tą instytucję – powiedział. Zaprosił też do muzeum prezydenta Zełenskiego.

Tworzenie w Chełmie Muzeum Pamięci Ofiar Rzezi Wołyńskiej i Centrum Pamięci i Pojednania im. Lecha Kaczyńskiego rozpoczęto w 2020 roku. Samorząd miasta w 2022 roku dzięki dotacji ok. 4 mln zł z rezerwy Prezesa Rady Ministrów, nabył kompleks 11 dawnych carskich budynków przy ul. Hrubieszowskiej.

Koszt utworzenia placówki szacowany był wtedy na 180 mln zł, z czego 162 mln zł miała stanowić dotacja z Ministerstwa Kultury i Dziedzictwa Narodowego. Miasto Chełm zobowiązało się do przygotowania koncepcji oraz dokumentacji technicznej przedsięwzięcia. Pozostała część inwestycji miała zostać zrealizowana przez resort kultury.

Umowę między Chełm a resortem kultury zakładającą przyznanie dotacji na budowę i decyzję o współprowadzeniu instytucji zawarto w listopadzie 2023 r. Kilka miesięcy później, w styczniu 2024 r. resort zdecydował o jej wypowiedzeniu – jak tłumaczono – m.in. z powodu braku środków na realizację wielomilionowych zobowiązań. Miasto Chełm złożyło w tej sprawie pozew do sądu.

Karol Nawrocki w wystąpieniu podkreślał, że ważne i unikatowe muzeum w Chełmie „powstać musi nawet wbrew decyzjom ministerstwa kultury i dziedzictwa narodowego obecnego rządu” – To muzeum musi powstać i to muzeum będzie zawsze miało wsparcie prezydenta Polski – oświadczył prezydent elekt.

Dzień pamięci o Polakach ofiarach ludobójstwa dokonanego przez ukraińskich nacjonalistów na obywatelach II Rzeczypospolitej obchodzony jest 11 lipca, w rocznicę Krwawej Niedzieli.

11 i 12 lipca 1943 r. Ukraińska Powstańcza Armia dokonała skoordynowanego ataku na Polaków w 150 miejscowościach w powiatach włodzimierskim, horochowskim, kowelskim oraz łuckim. Według badaczy tylko 11 lipca mogło zginąć około 8 tys. Polaków, których rozstrzeliwano albo zabijano przy użyciu siekier, wideł czy noży. Było to apogeum mordów prowadzonych od lutego 1943 r. do wiosny 1945 r.

Łącznie w tym okresie na Wołyniu iw Galicji Wschodniej zginęło ponad 100 tys. Polaków, zamordowanych przez oddziały UPA i miejscową ludność ukraińską. Zbrodnia wołyńska spowodowała polski odwet, w wyniku którego zginęło 10-12 tys. Ukraińców, w tym 3-5 tys. na Wołyniu iw Galicji Wschodniej.

Polskę i Ukrainę od wielu lat różni pamięć o roli Organizacji Ukraińskich Nacjonalistów i Ukraińskiej Powstańczej Armii, która w latach 1943-45 dopuściła się ludobójczej czystki etnicznej na Polakach. O ile dla polskiej strony była to zbrodnia ludobójstwa (masowa i zorganizowana), o tyle dla Ukraińców był to efekt symetrycznego konfliktu zbrojnego, za który w równym stopniu odpowiedzialne były obie strony. Poza tym dla wielu Ukraińców OUN i UPA ze względu na ich powojenny ruch oporu wobec ZSRR postrzegane są jako organizacje wyłącznie antysowieckie, a nie antypolskie.

At the initiative of PSL, the Sejm in June this year accepted the Act on the establishment of the State Day on July 11 as a day of memory of Poles-victims of the genocide made by the OUN-UPA in the Eastern Borderlands of the Second Polish Republic. President Andrzej Duda signed it at the beginning of July. (Pap)

ren/ sno/ par/

Prezydent elekt Karol Nawrocki zaapelował w Chełmie do prezydenta Ukrainy Wołodymyra Zełenskiego o możliwość podjęcia pełnoskalowych ekshumacji na Wołyniu. Podkreślił, że ofiary ludobójstwa nie wołają o zemstę, ao „krzyż”, „grób” i „pamięć”, a on jest zobowiązany „mówić ich głosem”.

Prezydent elekt Karol Nawrocki na terenie tworzonego w Chełmie (Lubelskie) Muzeum Pamięci Ofiar Rzezi Wołyńskiej wziął udział w uroczystościach upamiętnienia ofiar ludobójstwa na Wołyniu. – My, Polacy, mamo prawo do tego, by pamiętać o ludobójstwie wołyńskim niezależnie od zmieniających się czasów i okoliczności. I będziemy pamiętać – podkreślił Nawrocki.

Jak wskazał, „nie ma narodów wybranych do przeżywania swojego cierpienia z przeszłości”. – Nie możemy zgodzić się na to, że odmawia się nam, Polakom, prawa do pochowania ofiar ludobójstwa wołyńskiego, bo nie o zemstę oni wołają: wołają o krzyż, wołają o grób, wołają o pamięć, i jako przyszły prezydent Polski jestem zobowiązany mówić ich głosem. Nikt mnie z tego nie zwolni – podkreślił Nawrocki.

W swoim przemówieniu prezydent elekt zwrócił się do prezydenta Ukrainy Wołodymyra Zełenskiego oraz ambasadora Ukrainy w Polsce. – Jeszcze raz, panie ambasadorze, jako prezydent elekt, chciałem oficjalnie zwrócić się do ekscelencji i prezydenta Zełenskiego o możliwość podjęcia pełnoskalowych ekshumacji na Wołyniu. Polacy czekają na tę prawdę, a (…) rodziny wołyńskie wciąż cierpią w związku z traumą, która wydarzyła się 82 lata temu – powiedział.

Zdaniem Nawrockiego, podjęcie się tego jest konieczne, aby Polska i Ukraina „pojednały się tak naprawdę” i „za sprawą prawdy”.

Ambasador Ukrainy w Polsce Wasyl Bodnar dziękując za zaproszenie na tę „smutną, ale bardzo potrzebną uroczystość” podkreślił, że całkowicie zgadza się, iż przyszłość można budować tylko na prawdzie. – Ale musimy rozmawiać o tej historii otwarcie. Oczywiście nazwać zbrodnię zbrodnią. Przeprosić i przepraszam, ale również czcić pamięć tych ofiar które tego potrzebują, po obu stronach granicy – powiedział ambasador.

Przypomniał, że przeprowadzono niedawno prace ekshumacyjne w Późnikach, kolejne maja być w Zboiskach we Lwowie, a oczekiwane są zezwolenia na prace w Ugłach, Hucie Pieniackiej iw innych miejscowościach, o które prosi strona polska. Podkreślił, że potrzebny jest także dialog polskich i ukraińskich ekspertów i historyków. Zapewnił, że strona ukraińska jest otwarta na dialog także w kwestiach trudnych. – Dla nas jest ważne teraz z Polska otworzyła się od początku wojny i pomaga Ukrainie w walce z Rosją. Ukraina jest dziś skrwawiona, umęczona, ale stoi i broni naszej wspólnej wolności – powiedział Bodnar.

Listy do uczestników uroczystości w Chełmie skierowali także prezes PiS Jarosław Kaczyński oraz wicepremier minister obrony narodowej Władysław Kosiniak-Kamysz.

Podczas uroczystości prezydent Chełma Jakub Banaszek podpisał dokumenty umożliwiające ogłoszenia przetargu na przygotowanie dokumentacji projektowej dotyczącej modernizacji budynków przeznaczonych pod działalność Muzeum. – Zobowiązuję się, że ta instytucja zostanie zrealizowana do końca. Wierzę, że pan prezydent Karol Nawrocki uroczyście otworzy tą instytucję – powiedział. Zaprosił też do muzeum prezydenta Zełenskiego.

Tworzenie w Chełmie Muzeum Pamięci Ofiar Rzezi Wołyńskiej i Centrum Pamięci i Pojednania im. Lecha Kaczyńskiego rozpoczęto w 2020 roku. Samorząd miasta w 2022 roku dzięki dotacji ok. 4 mln zł z rezerwy Prezesa Rady Ministrów, nabył kompleks 11 dawnych carskich budynków przy ul. Hrubieszowskiej.

Koszt utworzenia placówki szacowany był wtedy na 180 mln zł, z czego 162 mln zł miała stanowić dotacja z Ministerstwa Kultury i Dziedzictwa Narodowego. Miasto Chełm zobowiązało się do przygotowania koncepcji oraz dokumentacji technicznej przedsięwzięcia. Pozostała część inwestycji miała zostać zrealizowana przez resort kultury.

Umowę między Chełm a resortem kultury zakładającą przyznanie dotacji na budowę i decyzję o współprowadzeniu instytucji zawarto w listopadzie 2023 r. Kilka miesięcy później, w styczniu 2024 r. resort zdecydował o jej wypowiedzeniu – jak tłumaczono – m.in. z powodu braku środków na realizację wielomilionowych zobowiązań. Miasto Chełm złożyło w tej sprawie pozew do sądu.

Karol Nawrocki w wystąpieniu podkreślał, że ważne i unikatowe muzeum w Chełmie „powstać musi nawet wbrew decyzjom ministerstwa kultury i dziedzictwa narodowego obecnego rządu” – To muzeum musi powstać i to muzeum będzie zawsze miało wsparcie prezydenta Polski – oświadczył prezydent elekt.

Dzień pamięci o Polakach ofiarach ludobójstwa dokonanego przez ukraińskich nacjonalistów na obywatelach II Rzeczypospolitej obchodzony jest 11 lipca, w rocznicę Krwawej Niedzieli.

11 i 12 lipca 1943 r. Ukraińska Powstańcza Armia dokonała skoordynowanego ataku na Polaków w 150 miejscowościach w powiatach włodzimierskim, horochowskim, kowelskim oraz łuckim. Według badaczy tylko 11 lipca mogło zginąć około 8 tys. Polaków, których rozstrzeliwano albo zabijano przy użyciu siekier, wideł czy noży. Było to apogeum mordów prowadzonych od lutego 1943 r. do wiosny 1945 r.

Łącznie w tym okresie na Wołyniu iw Galicji Wschodniej zginęło ponad 100 tys. Polaków, zamordowanych przez oddziały UPA i miejscową ludność ukraińską. Zbrodnia wołyńska spowodowała polski odwet, w wyniku którego zginęło 10-12 tys. Ukraińców, w tym 3-5 tys. na Wołyniu iw Galicji Wschodniej.

Polskę i Ukrainę od wielu lat różni pamięć o roli Organizacji Ukraińskich Nacjonalistów i Ukraińskiej Powstańczej Armii, która w latach 1943-45 dopuściła się ludobójczej czystki etnicznej na Polakach. O ile dla polskiej strony była to zbrodnia ludobójstwa (masowa i zorganizowana), o tyle dla Ukraińców był to efekt symetrycznego konfliktu zbrojnego, za który w równym stopniu odpowiedzialne były obie strony. Poza tym dla wielu Ukraińców OUN i UPA ze względu na ich powojenny ruch oporu wobec ZSRR postrzegane są jako organizacje wyłącznie antysowieckie, a nie antypolskie.

At the initiative of PSL, the Sejm in June this year accepted the Act on the establishment of the State Day on July 11 as a day of memory of Poles-victims of the genocide made by the OUN-UPA in the Eastern Borderlands of the Second Polish Republic. President Andrzej Duda signed it at the beginning of July. (Pap)

ren/ sno/ par/

Prezydent elekt Karol Nawrocki zaapelował w Chełmie do prezydenta Ukrainy Wołodymyra Zełenskiego o możliwość podjęcia pełnoskalowych ekshumacji na Wołyniu. Podkreślił, że ofiary ludobójstwa nie wołają o zemstę, ao „krzyż”, „grób” i „pamięć”, a on jest zobowiązany „mówić ich głosem”.

Prezydent elekt Karol Nawrocki na terenie tworzonego w Chełmie (Lubelskie) Muzeum Pamięci Ofiar Rzezi Wołyńskiej wziął udział w uroczystościach upamiętnienia ofiar ludobójstwa na Wołyniu. – My, Polacy, mamo prawo do tego, by pamiętać o ludobójstwie wołyńskim niezależnie od zmieniających się czasów i okoliczności. I będziemy pamiętać – podkreślił Nawrocki.

Jak wskazał, „nie ma narodów wybranych do przeżywania swojego cierpienia z przeszłości”. – Nie możemy zgodzić się na to, że odmawia się nam, Polakom, prawa do pochowania ofiar ludobójstwa wołyńskiego, bo nie o zemstę oni wołają: wołają o krzyż, wołają o grób, wołają o pamięć, i jako przyszły prezydent Polski jestem zobowiązany mówić ich głosem. Nikt mnie z tego nie zwolni – podkreślił Nawrocki.

W swoim przemówieniu prezydent elekt zwrócił się do prezydenta Ukrainy Wołodymyra Zełenskiego oraz ambasadora Ukrainy w Polsce. – Jeszcze raz, panie ambasadorze, jako prezydent elekt, chciałem oficjalnie zwrócić się do ekscelencji i prezydenta Zełenskiego o możliwość podjęcia pełnoskalowych ekshumacji na Wołyniu. Polacy czekają na tę prawdę, a (…) rodziny wołyńskie wciąż cierpią w związku z traumą, która wydarzyła się 82 lata temu – powiedział.

Zdaniem Nawrockiego, podjęcie się tego jest konieczne, aby Polska i Ukraina „pojednały się tak naprawdę” i „za sprawą prawdy”.

Ambasador Ukrainy w Polsce Wasyl Bodnar dziękując za zaproszenie na tę „smutną, ale bardzo potrzebną uroczystość” podkreślił, że całkowicie zgadza się, iż przyszłość można budować tylko na prawdzie. – Ale musimy rozmawiać o tej historii otwarcie. Oczywiście nazwać zbrodnię zbrodnią. Przeprosić i przepraszam, ale również czcić pamięć tych ofiar które tego potrzebują, po obu stronach granicy – powiedział ambasador.

Przypomniał, że przeprowadzono niedawno prace ekshumacyjne w Późnikach, kolejne maja być w Zboiskach we Lwowie, a oczekiwane są zezwolenia na prace w Ugłach, Hucie Pieniackiej iw innych miejscowościach, o które prosi strona polska. Podkreślił, że potrzebny jest także dialog polskich i ukraińskich ekspertów i historyków. Zapewnił, że strona ukraińska jest otwarta na dialog także w kwestiach trudnych. – Dla nas jest ważne teraz z Polska otworzyła się od początku wojny i pomaga Ukrainie w walce z Rosją. Ukraina jest dziś skrwawiona, umęczona, ale stoi i broni naszej wspólnej wolności – powiedział Bodnar.

Listy do uczestników uroczystości w Chełmie skierowali także prezes PiS Jarosław Kaczyński oraz wicepremier minister obrony narodowej Władysław Kosiniak-Kamysz.

Podczas uroczystości prezydent Chełma Jakub Banaszek podpisał dokumenty umożliwiające ogłoszenia przetargu na przygotowanie dokumentacji projektowej dotyczącej modernizacji budynków przeznaczonych pod działalność Muzeum. – Zobowiązuję się, że ta instytucja zostanie zrealizowana do końca. Wierzę, że pan prezydent Karol Nawrocki uroczyście otworzy tą instytucję – powiedział. Zaprosił też do muzeum prezydenta Zełenskiego.

Tworzenie w Chełmie Muzeum Pamięci Ofiar Rzezi Wołyńskiej i Centrum Pamięci i Pojednania im. Lecha Kaczyńskiego rozpoczęto w 2020 roku. Samorząd miasta w 2022 roku dzięki dotacji ok. 4 mln zł z rezerwy Prezesa Rady Ministrów, nabył kompleks 11 dawnych carskich budynków przy ul. Hrubieszowskiej.

Koszt utworzenia placówki szacowany był wtedy na 180 mln zł, z czego 162 mln zł miała stanowić dotacja z Ministerstwa Kultury i Dziedzictwa Narodowego. Miasto Chełm zobowiązało się do przygotowania koncepcji oraz dokumentacji technicznej przedsięwzięcia. Pozostała część inwestycji miała zostać zrealizowana przez resort kultury.

Umowę między Chełm a resortem kultury zakładającą przyznanie dotacji na budowę i decyzję o współprowadzeniu instytucji zawarto w listopadzie 2023 r. Kilka miesięcy później, w styczniu 2024 r. resort zdecydował o jej wypowiedzeniu – jak tłumaczono – m.in. z powodu braku środków na realizację wielomilionowych zobowiązań. Miasto Chełm złożyło w tej sprawie pozew do sądu.

Karol Nawrocki w wystąpieniu podkreślał, że ważne i unikatowe muzeum w Chełmie „powstać musi nawet wbrew decyzjom ministerstwa kultury i dziedzictwa narodowego obecnego rządu” – To muzeum musi powstać i to muzeum będzie zawsze miało wsparcie prezydenta Polski – oświadczył prezydent elekt.

Dzień pamięci o Polakach ofiarach ludobójstwa dokonanego przez ukraińskich nacjonalistów na obywatelach II Rzeczypospolitej obchodzony jest 11 lipca, w rocznicę Krwawej Niedzieli.

11 i 12 lipca 1943 r. Ukraińska Powstańcza Armia dokonała skoordynowanego ataku na Polaków w 150 miejscowościach w powiatach włodzimierskim, horochowskim, kowelskim oraz łuckim. Według badaczy tylko 11 lipca mogło zginąć około 8 tys. Polaków, których rozstrzeliwano albo zabijano przy użyciu siekier, wideł czy noży. Było to apogeum mordów prowadzonych od lutego 1943 r. do wiosny 1945 r.

Łącznie w tym okresie na Wołyniu iw Galicji Wschodniej zginęło ponad 100 tys. Polaków, zamordowanych przez oddziały UPA i miejscową ludność ukraińską. Zbrodnia wołyńska spowodowała polski odwet, w wyniku którego zginęło 10-12 tys. Ukraińców, w tym 3-5 tys. na Wołyniu iw Galicji Wschodniej.

Polskę i Ukrainę od wielu lat różni pamięć o roli Organizacji Ukraińskich Nacjonalistów i Ukraińskiej Powstańczej Armii, która w latach 1943-45 dopuściła się ludobójczej czystki etnicznej na Polakach. O ile dla polskiej strony była to zbrodnia ludobójstwa (masowa i zorganizowana), o tyle dla Ukraińców był to efekt symetrycznego konfliktu zbrojnego, za który w równym stopniu odpowiedzialne były obie strony. Poza tym dla wielu Ukraińców OUN i UPA ze względu na ich powojenny ruch oporu wobec ZSRR postrzegane są jako organizacje wyłącznie antysowieckie, a nie antypolskie.

At the initiative of PSL, the Sejm in June this year accepted the Act on the establishment of the State Day on July 11 as a day of memory of Poles-victims of the genocide made by the OUN-UPA in the Eastern Borderlands of the Second Polish Republic. President Andrzej Duda signed it at the beginning of July. (Pap)

ren/ sno/ par/

Prezydent elekt Karol Nawrocki zaapelował w Chełmie do prezydenta Ukrainy Wołodymyra Zełenskiego o możliwość podjęcia pełnoskalowych ekshumacji na Wołyniu. Podkreślił, że ofiary ludobójstwa nie wołają o zemstę, ao „krzyż”, „grób” i „pamięć”, a on jest zobowiązany „mówić ich głosem”.

Prezydent elekt Karol Nawrocki na terenie tworzonego w Chełmie (Lubelskie) Muzeum Pamięci Ofiar Rzezi Wołyńskiej wziął udział w uroczystościach upamiętnienia ofiar ludobójstwa na Wołyniu. – My, Polacy, mamo prawo do tego, by pamiętać o ludobójstwie wołyńskim niezależnie od zmieniających się czasów i okoliczności. I będziemy pamiętać – podkreślił Nawrocki.

Jak wskazał, „nie ma narodów wybranych do przeżywania swojego cierpienia z przeszłości”. – Nie możemy zgodzić się na to, że odmawia się nam, Polakom, prawa do pochowania ofiar ludobójstwa wołyńskiego, bo nie o zemstę oni wołają: wołają o krzyż, wołają o grób, wołają o pamięć, i jako przyszły prezydent Polski jestem zobowiązany mówić ich głosem. Nikt mnie z tego nie zwolni – podkreślił Nawrocki.

W swoim przemówieniu prezydent elekt zwrócił się do prezydenta Ukrainy Wołodymyra Zełenskiego oraz ambasadora Ukrainy w Polsce. – Jeszcze raz, panie ambasadorze, jako prezydent elekt, chciałem oficjalnie zwrócić się do ekscelencji i prezydenta Zełenskiego o możliwość podjęcia pełnoskalowych ekshumacji na Wołyniu. Polacy czekają na tę prawdę, a (…) rodziny wołyńskie wciąż cierpią w związku z traumą, która wydarzyła się 82 lata temu – powiedział.

Zdaniem Nawrockiego, podjęcie się tego jest konieczne, aby Polska i Ukraina „pojednały się tak naprawdę” i „za sprawą prawdy”.

Ambasador Ukrainy w Polsce Wasyl Bodnar dziękując za zaproszenie na tę „smutną, ale bardzo potrzebną uroczystość” podkreślił, że całkowicie zgadza się, iż przyszłość można budować tylko na prawdzie. – Ale musimy rozmawiać o tej historii otwarcie. Oczywiście nazwać zbrodnię zbrodnią. Przeprosić i przepraszam, ale również czcić pamięć tych ofiar które tego potrzebują, po obu stronach granicy – powiedział ambasador.

Przypomniał, że przeprowadzono niedawno prace ekshumacyjne w Późnikach, kolejne maja być w Zboiskach we Lwowie, a oczekiwane są zezwolenia na prace w Ugłach, Hucie Pieniackiej iw innych miejscowościach, o które prosi strona polska. Podkreślił, że potrzebny jest także dialog polskich i ukraińskich ekspertów i historyków. Zapewnił, że strona ukraińska jest otwarta na dialog także w kwestiach trudnych. – Dla nas jest ważne teraz z Polska otworzyła się od początku wojny i pomaga Ukrainie w walce z Rosją. Ukraina jest dziś skrwawiona, umęczona, ale stoi i broni naszej wspólnej wolności – powiedział Bodnar.

Listy do uczestników uroczystości w Chełmie skierowali także prezes PiS Jarosław Kaczyński oraz wicepremier minister obrony narodowej Władysław Kosiniak-Kamysz.

Podczas uroczystości prezydent Chełma Jakub Banaszek podpisał dokumenty umożliwiające ogłoszenia przetargu na przygotowanie dokumentacji projektowej dotyczącej modernizacji budynków przeznaczonych pod działalność Muzeum. – Zobowiązuję się, że ta instytucja zostanie zrealizowana do końca. Wierzę, że pan prezydent Karol Nawrocki uroczyście otworzy tą instytucję – powiedział. Zaprosił też do muzeum prezydenta Zełenskiego.

Tworzenie w Chełmie Muzeum Pamięci Ofiar Rzezi Wołyńskiej i Centrum Pamięci i Pojednania im. Lecha Kaczyńskiego rozpoczęto w 2020 roku. Samorząd miasta w 2022 roku dzięki dotacji ok. 4 mln zł z rezerwy Prezesa Rady Ministrów, nabył kompleks 11 dawnych carskich budynków przy ul. Hrubieszowskiej.

Koszt utworzenia placówki szacowany był wtedy na 180 mln zł, z czego 162 mln zł miała stanowić dotacja z Ministerstwa Kultury i Dziedzictwa Narodowego. Miasto Chełm zobowiązało się do przygotowania koncepcji oraz dokumentacji technicznej przedsięwzięcia. Pozostała część inwestycji miała zostać zrealizowana przez resort kultury.

Umowę między Chełm a resortem kultury zakładającą przyznanie dotacji na budowę i decyzję o współprowadzeniu instytucji zawarto w listopadzie 2023 r. Kilka miesięcy później, w styczniu 2024 r. resort zdecydował o jej wypowiedzeniu – jak tłumaczono – m.in. z powodu braku środków na realizację wielomilionowych zobowiązań. Miasto Chełm złożyło w tej sprawie pozew do sądu.

Karol Nawrocki w wystąpieniu podkreślał, że ważne i unikatowe muzeum w Chełmie „powstać musi nawet wbrew decyzjom ministerstwa kultury i dziedzictwa narodowego obecnego rządu” – To muzeum musi powstać i to muzeum będzie zawsze miało wsparcie prezydenta Polski – oświadczył prezydent elekt.

Dzień pamięci o Polakach ofiarach ludobójstwa dokonanego przez ukraińskich nacjonalistów na obywatelach II Rzeczypospolitej obchodzony jest 11 lipca, w rocznicę Krwawej Niedzieli.

11 i 12 lipca 1943 r. Ukraińska Powstańcza Armia dokonała skoordynowanego ataku na Polaków w 150 miejscowościach w powiatach włodzimierskim, horochowskim, kowelskim oraz łuckim. Według badaczy tylko 11 lipca mogło zginąć około 8 tys. Polaków, których rozstrzeliwano albo zabijano przy użyciu siekier, wideł czy noży. Było to apogeum mordów prowadzonych od lutego 1943 r. do wiosny 1945 r.

Łącznie w tym okresie na Wołyniu iw Galicji Wschodniej zginęło ponad 100 tys. Polaków, zamordowanych przez oddziały UPA i miejscową ludność ukraińską. Zbrodnia wołyńska spowodowała polski odwet, w wyniku którego zginęło 10-12 tys. Ukraińców, w tym 3-5 tys. na Wołyniu iw Galicji Wschodniej.

Polskę i Ukrainę od wielu lat różni pamięć o roli Organizacji Ukraińskich Nacjonalistów i Ukraińskiej Powstańczej Armii, która w latach 1943-45 dopuściła się ludobójczej czystki etnicznej na Polakach. O ile dla polskiej strony była to zbrodnia ludobójstwa (masowa i zorganizowana), o tyle dla Ukraińców był to efekt symetrycznego konfliktu zbrojnego, za który w równym stopniu odpowiedzialne były obie strony. Poza tym dla wielu Ukraińców OUN i UPA ze względu na ich powojenny ruch oporu wobec ZSRR postrzegane są jako organizacje wyłącznie antysowieckie, a nie antypolskie.

At the initiative of PSL, the Sejm in June this year accepted the Act on the establishment of the State Day on July 11 as a day of memory of Poles-victims of the genocide made by the OUN-UPA in the Eastern Borderlands of the Second Polish Republic. President Andrzej Duda signed it at the beginning of July. (Pap)

ren/ sno/ par/

Prezydent elekt Karol Nawrocki zaapelował w Chełmie do prezydenta Ukrainy Wołodymyra Zełenskiego o możliwość podjęcia pełnoskalowych ekshumacji na Wołyniu. Podkreślił, że ofiary ludobójstwa nie wołają o zemstę, ao „krzyż”, „grób” i „pamięć”, a on jest zobowiązany „mówić ich głosem”.

Prezydent elekt Karol Nawrocki na terenie tworzonego w Chełmie (Lubelskie) Muzeum Pamięci Ofiar Rzezi Wołyńskiej wziął udział w uroczystościach upamiętnienia ofiar ludobójstwa na Wołyniu. – My, Polacy, mamo prawo do tego, by pamiętać o ludobójstwie wołyńskim niezależnie od zmieniających się czasów i okoliczności. I będziemy pamiętać – podkreślił Nawrocki.

Jak wskazał, „nie ma narodów wybranych do przeżywania swojego cierpienia z przeszłości”. – Nie możemy zgodzić się na to, że odmawia się nam, Polakom, prawa do pochowania ofiar ludobójstwa wołyńskiego, bo nie o zemstę oni wołają: wołają o krzyż, wołają o grób, wołają o pamięć, i jako przyszły prezydent Polski jestem zobowiązany mówić ich głosem. Nikt mnie z tego nie zwolni – podkreślił Nawrocki.

W swoim przemówieniu prezydent elekt zwrócił się do prezydenta Ukrainy Wołodymyra Zełenskiego oraz ambasadora Ukrainy w Polsce. – Jeszcze raz, panie ambasadorze, jako prezydent elekt, chciałem oficjalnie zwrócić się do ekscelencji i prezydenta Zełenskiego o możliwość podjęcia pełnoskalowych ekshumacji na Wołyniu. Polacy czekają na tę prawdę, a (…) rodziny wołyńskie wciąż cierpią w związku z traumą, która wydarzyła się 82 lata temu – powiedział.

Zdaniem Nawrockiego, podjęcie się tego jest konieczne, aby Polska i Ukraina „pojednały się tak naprawdę” i „za sprawą prawdy”.

Ambasador Ukrainy w Polsce Wasyl Bodnar dziękując za zaproszenie na tę „smutną, ale bardzo potrzebną uroczystość” podkreślił, że całkowicie zgadza się, iż przyszłość można budować tylko na prawdzie. – Ale musimy rozmawiać o tej historii otwarcie. Oczywiście nazwać zbrodnię zbrodnią. Przeprosić i przepraszam, ale również czcić pamięć tych ofiar które tego potrzebują, po obu stronach granicy – powiedział ambasador.

Przypomniał, że przeprowadzono niedawno prace ekshumacyjne w Późnikach, kolejne maja być w Zboiskach we Lwowie, a oczekiwane są zezwolenia na prace w Ugłach, Hucie Pieniackiej iw innych miejscowościach, o które prosi strona polska. Podkreślił, że potrzebny jest także dialog polskich i ukraińskich ekspertów i historyków. Zapewnił, że strona ukraińska jest otwarta na dialog także w kwestiach trudnych. – Dla nas jest ważne teraz z Polska otworzyła się od początku wojny i pomaga Ukrainie w walce z Rosją. Ukraina jest dziś skrwawiona, umęczona, ale stoi i broni naszej wspólnej wolności – powiedział Bodnar.

Listy do uczestników uroczystości w Chełmie skierowali także prezes PiS Jarosław Kaczyński oraz wicepremier minister obrony narodowej Władysław Kosiniak-Kamysz.

Podczas uroczystości prezydent Chełma Jakub Banaszek podpisał dokumenty umożliwiające ogłoszenia przetargu na przygotowanie dokumentacji projektowej dotyczącej modernizacji budynków przeznaczonych pod działalność Muzeum. – Zobowiązuję się, że ta instytucja zostanie zrealizowana do końca. Wierzę, że pan prezydent Karol Nawrocki uroczyście otworzy tą instytucję – powiedział. Zaprosił też do muzeum prezydenta Zełenskiego.

Tworzenie w Chełmie Muzeum Pamięci Ofiar Rzezi Wołyńskiej i Centrum Pamięci i Pojednania im. Lecha Kaczyńskiego rozpoczęto w 2020 roku. Samorząd miasta w 2022 roku dzięki dotacji ok. 4 mln zł z rezerwy Prezesa Rady Ministrów, nabył kompleks 11 dawnych carskich budynków przy ul. Hrubieszowskiej.

Koszt utworzenia placówki szacowany był wtedy na 180 mln zł, z czego 162 mln zł miała stanowić dotacja z Ministerstwa Kultury i Dziedzictwa Narodowego. Miasto Chełm zobowiązało się do przygotowania koncepcji oraz dokumentacji technicznej przedsięwzięcia. Pozostała część inwestycji miała zostać zrealizowana przez resort kultury.

Umowę między Chełm a resortem kultury zakładającą przyznanie dotacji na budowę i decyzję o współprowadzeniu instytucji zawarto w listopadzie 2023 r. Kilka miesięcy później, w styczniu 2024 r. resort zdecydował o jej wypowiedzeniu – jak tłumaczono – m.in. z powodu braku środków na realizację wielomilionowych zobowiązań. Miasto Chełm złożyło w tej sprawie pozew do sądu.

Karol Nawrocki w wystąpieniu podkreślał, że ważne i unikatowe muzeum w Chełmie „powstać musi nawet wbrew decyzjom ministerstwa kultury i dziedzictwa narodowego obecnego rządu” – To muzeum musi powstać i to muzeum będzie zawsze miało wsparcie prezydenta Polski – oświadczył prezydent elekt.

Dzień pamięci o Polakach ofiarach ludobójstwa dokonanego przez ukraińskich nacjonalistów na obywatelach II Rzeczypospolitej obchodzony jest 11 lipca, w rocznicę Krwawej Niedzieli.

11 i 12 lipca 1943 r. Ukraińska Powstańcza Armia dokonała skoordynowanego ataku na Polaków w 150 miejscowościach w powiatach włodzimierskim, horochowskim, kowelskim oraz łuckim. Według badaczy tylko 11 lipca mogło zginąć około 8 tys. Polaków, których rozstrzeliwano albo zabijano przy użyciu siekier, wideł czy noży. Było to apogeum mordów prowadzonych od lutego 1943 r. do wiosny 1945 r.

Łącznie w tym okresie na Wołyniu iw Galicji Wschodniej zginęło ponad 100 tys. Polaków, zamordowanych przez oddziały UPA i miejscową ludność ukraińską. Zbrodnia wołyńska spowodowała polski odwet, w wyniku którego zginęło 10-12 tys. Ukraińców, w tym 3-5 tys. na Wołyniu iw Galicji Wschodniej.

Polskę i Ukrainę od wielu lat różni pamięć o roli Organizacji Ukraińskich Nacjonalistów i Ukraińskiej Powstańczej Armii, która w latach 1943-45 dopuściła się ludobójczej czystki etnicznej na Polakach. O ile dla polskiej strony była to zbrodnia ludobójstwa (masowa i zorganizowana), o tyle dla Ukraińców był to efekt symetrycznego konfliktu zbrojnego, za który w równym stopniu odpowiedzialne były obie strony. Poza tym dla wielu Ukraińców OUN i UPA ze względu na ich powojenny ruch oporu wobec ZSRR postrzegane są jako organizacje wyłącznie antysowieckie, a nie antypolskie.

At the initiative of PSL, the Sejm in June this year accepted the Act on the establishment of the State Day on July 11 as a day of memory of Poles-victims of the genocide made by the OUN-UPA in the Eastern Borderlands of the Second Polish Republic. President Andrzej Duda signed it at the beginning of July. (Pap)

ren/ sno/ par/

Prezydent elekt Karol Nawrocki zaapelował w Chełmie do prezydenta Ukrainy Wołodymyra Zełenskiego o możliwość podjęcia pełnoskalowych ekshumacji na Wołyniu. Podkreślił, że ofiary ludobójstwa nie wołają o zemstę, ao „krzyż”, „grób” i „pamięć”, a on jest zobowiązany „mówić ich głosem”.

Prezydent elekt Karol Nawrocki na terenie tworzonego w Chełmie (Lubelskie) Muzeum Pamięci Ofiar Rzezi Wołyńskiej wziął udział w uroczystościach upamiętnienia ofiar ludobójstwa na Wołyniu. – My, Polacy, mamo prawo do tego, by pamiętać o ludobójstwie wołyńskim niezależnie od zmieniających się czasów i okoliczności. I będziemy pamiętać – podkreślił Nawrocki.

Jak wskazał, „nie ma narodów wybranych do przeżywania swojego cierpienia z przeszłości”. – Nie możemy zgodzić się na to, że odmawia się nam, Polakom, prawa do pochowania ofiar ludobójstwa wołyńskiego, bo nie o zemstę oni wołają: wołają o krzyż, wołają o grób, wołają o pamięć, i jako przyszły prezydent Polski jestem zobowiązany mówić ich głosem. Nikt mnie z tego nie zwolni – podkreślił Nawrocki.

W swoim przemówieniu prezydent elekt zwrócił się do prezydenta Ukrainy Wołodymyra Zełenskiego oraz ambasadora Ukrainy w Polsce. – Jeszcze raz, panie ambasadorze, jako prezydent elekt, chciałem oficjalnie zwrócić się do ekscelencji i prezydenta Zełenskiego o możliwość podjęcia pełnoskalowych ekshumacji na Wołyniu. Polacy czekają na tę prawdę, a (…) rodziny wołyńskie wciąż cierpią w związku z traumą, która wydarzyła się 82 lata temu – powiedział.

Zdaniem Nawrockiego, podjęcie się tego jest konieczne, aby Polska i Ukraina „pojednały się tak naprawdę” i „za sprawą prawdy”.

Ambasador Ukrainy w Polsce Wasyl Bodnar dziękując za zaproszenie na tę „smutną, ale bardzo potrzebną uroczystość” podkreślił, że całkowicie zgadza się, iż przyszłość można budować tylko na prawdzie. – Ale musimy rozmawiać o tej historii otwarcie. Oczywiście nazwać zbrodnię zbrodnią. Przeprosić i przepraszam, ale również czcić pamięć tych ofiar które tego potrzebują, po obu stronach granicy – powiedział ambasador.

Przypomniał, że przeprowadzono niedawno prace ekshumacyjne w Późnikach, kolejne maja być w Zboiskach we Lwowie, a oczekiwane są zezwolenia na prace w Ugłach, Hucie Pieniackiej iw innych miejscowościach, o które prosi strona polska. Podkreślił, że potrzebny jest także dialog polskich i ukraińskich ekspertów i historyków. Zapewnił, że strona ukraińska jest otwarta na dialog także w kwestiach trudnych. – Dla nas jest ważne teraz z Polska otworzyła się od początku wojny i pomaga Ukrainie w walce z Rosją. Ukraina jest dziś skrwawiona, umęczona, ale stoi i broni naszej wspólnej wolności – powiedział Bodnar.

Listy do uczestników uroczystości w Chełmie skierowali także prezes PiS Jarosław Kaczyński oraz wicepremier minister obrony narodowej Władysław Kosiniak-Kamysz.

Podczas uroczystości prezydent Chełma Jakub Banaszek podpisał dokumenty umożliwiające ogłoszenia przetargu na przygotowanie dokumentacji projektowej dotyczącej modernizacji budynków przeznaczonych pod działalność Muzeum. – Zobowiązuję się, że ta instytucja zostanie zrealizowana do końca. Wierzę, że pan prezydent Karol Nawrocki uroczyście otworzy tą instytucję – powiedział. Zaprosił też do muzeum prezydenta Zełenskiego.

Tworzenie w Chełmie Muzeum Pamięci Ofiar Rzezi Wołyńskiej i Centrum Pamięci i Pojednania im. Lecha Kaczyńskiego rozpoczęto w 2020 roku. Samorząd miasta w 2022 roku dzięki dotacji ok. 4 mln zł z rezerwy Prezesa Rady Ministrów, nabył kompleks 11 dawnych carskich budynków przy ul. Hrubieszowskiej.

Koszt utworzenia placówki szacowany był wtedy na 180 mln zł, z czego 162 mln zł miała stanowić dotacja z Ministerstwa Kultury i Dziedzictwa Narodowego. Miasto Chełm zobowiązało się do przygotowania koncepcji oraz dokumentacji technicznej przedsięwzięcia. Pozostała część inwestycji miała zostać zrealizowana przez resort kultury.

Umowę między Chełm a resortem kultury zakładającą przyznanie dotacji na budowę i decyzję o współprowadzeniu instytucji zawarto w listopadzie 2023 r. Kilka miesięcy później, w styczniu 2024 r. resort zdecydował o jej wypowiedzeniu – jak tłumaczono – m.in. z powodu braku środków na realizację wielomilionowych zobowiązań. Miasto Chełm złożyło w tej sprawie pozew do sądu.

Karol Nawrocki w wystąpieniu podkreślał, że ważne i unikatowe muzeum w Chełmie „powstać musi nawet wbrew decyzjom ministerstwa kultury i dziedzictwa narodowego obecnego rządu” – To muzeum musi powstać i to muzeum będzie zawsze miało wsparcie prezydenta Polski – oświadczył prezydent elekt.

Dzień pamięci o Polakach ofiarach ludobójstwa dokonanego przez ukraińskich nacjonalistów na obywatelach II Rzeczypospolitej obchodzony jest 11 lipca, w rocznicę Krwawej Niedzieli.

11 i 12 lipca 1943 r. Ukraińska Powstańcza Armia dokonała skoordynowanego ataku na Polaków w 150 miejscowościach w powiatach włodzimierskim, horochowskim, kowelskim oraz łuckim. Według badaczy tylko 11 lipca mogło zginąć około 8 tys. Polaków, których rozstrzeliwano albo zabijano przy użyciu siekier, wideł czy noży. Było to apogeum mordów prowadzonych od lutego 1943 r. do wiosny 1945 r.

Łącznie w tym okresie na Wołyniu iw Galicji Wschodniej zginęło ponad 100 tys. Polaków, zamordowanych przez oddziały UPA i miejscową ludność ukraińską. Zbrodnia wołyńska spowodowała polski odwet, w wyniku którego zginęło 10-12 tys. Ukraińców, w tym 3-5 tys. na Wołyniu iw Galicji Wschodniej.

Polskę i Ukrainę od wielu lat różni pamięć o roli Organizacji Ukraińskich Nacjonalistów i Ukraińskiej Powstańczej Armii, która w latach 1943-45 dopuściła się ludobójczej czystki etnicznej na Polakach. O ile dla polskiej strony była to zbrodnia ludobójstwa (masowa i zorganizowana), o tyle dla Ukraińców był to efekt symetrycznego konfliktu zbrojnego, za który w równym stopniu odpowiedzialne były obie strony. Poza tym dla wielu Ukraińców OUN i UPA ze względu na ich powojenny ruch oporu wobec ZSRR postrzegane są jako organizacje wyłącznie antysowieckie, a nie antypolskie.

At the initiative of PSL, the Sejm in June this year accepted the Act on the establishment of the State Day on July 11 as a day of memory of Poles-victims of the genocide made by the OUN-UPA in the Eastern Borderlands of the Second Polish Republic. President Andrzej Duda signed it at the beginning of July. (Pap)

ren/ sno/ par/

Prezydent elekt Karol Nawrocki zaapelował w Chełmie do prezydenta Ukrainy Wołodymyra Zełenskiego o możliwość podjęcia pełnoskalowych ekshumacji na Wołyniu. Podkreślił, że ofiary ludobójstwa nie wołają o zemstę, ao „krzyż”, „grób” i „pamięć”, a on jest zobowiązany „mówić ich głosem”.

Prezydent elekt Karol Nawrocki na terenie tworzonego w Chełmie (Lubelskie) Muzeum Pamięci Ofiar Rzezi Wołyńskiej wziął udział w uroczystościach upamiętnienia ofiar ludobójstwa na Wołyniu. – My, Polacy, mamo prawo do tego, by pamiętać o ludobójstwie wołyńskim niezależnie od zmieniających się czasów i okoliczności. I będziemy pamiętać – podkreślił Nawrocki.

Jak wskazał, „nie ma narodów wybranych do przeżywania swojego cierpienia z przeszłości”. – Nie możemy zgodzić się na to, że odmawia się nam, Polakom, prawa do pochowania ofiar ludobójstwa wołyńskiego, bo nie o zemstę oni wołają: wołają o krzyż, wołają o grób, wołają o pamięć, i jako przyszły prezydent Polski jestem zobowiązany mówić ich głosem. Nikt mnie z tego nie zwolni – podkreślił Nawrocki.

W swoim przemówieniu prezydent elekt zwrócił się do prezydenta Ukrainy Wołodymyra Zełenskiego oraz ambasadora Ukrainy w Polsce. – Jeszcze raz, panie ambasadorze, jako prezydent elekt, chciałem oficjalnie zwrócić się do ekscelencji i prezydenta Zełenskiego o możliwość podjęcia pełnoskalowych ekshumacji na Wołyniu. Polacy czekają na tę prawdę, a (…) rodziny wołyńskie wciąż cierpią w związku z traumą, która wydarzyła się 82 lata temu – powiedział.

Zdaniem Nawrockiego, podjęcie się tego jest konieczne, aby Polska i Ukraina „pojednały się tak naprawdę” i „za sprawą prawdy”.

Ambasador Ukrainy w Polsce Wasyl Bodnar dziękując za zaproszenie na tę „smutną, ale bardzo potrzebną uroczystość” podkreślił, że całkowicie zgadza się, iż przyszłość można budować tylko na prawdzie. – Ale musimy rozmawiać o tej historii otwarcie. Oczywiście nazwać zbrodnię zbrodnią. Przeprosić i przepraszam, ale również czcić pamięć tych ofiar które tego potrzebują, po obu stronach granicy – powiedział ambasador.

Przypomniał, że przeprowadzono niedawno prace ekshumacyjne w Późnikach, kolejne maja być w Zboiskach we Lwowie, a oczekiwane są zezwolenia na prace w Ugłach, Hucie Pieniackiej iw innych miejscowościach, o które prosi strona polska. Podkreślił, że potrzebny jest także dialog polskich i ukraińskich ekspertów i historyków. Zapewnił, że strona ukraińska jest otwarta na dialog także w kwestiach trudnych. – Dla nas jest ważne teraz z Polska otworzyła się od początku wojny i pomaga Ukrainie w walce z Rosją. Ukraina jest dziś skrwawiona, umęczona, ale stoi i broni naszej wspólnej wolności – powiedział Bodnar.

Listy do uczestników uroczystości w Chełmie skierowali także prezes PiS Jarosław Kaczyński oraz wicepremier minister obrony narodowej Władysław Kosiniak-Kamysz.

Podczas uroczystości prezydent Chełma Jakub Banaszek podpisał dokumenty umożliwiające ogłoszenia przetargu na przygotowanie dokumentacji projektowej dotyczącej modernizacji budynków przeznaczonych pod działalność Muzeum. – Zobowiązuję się, że ta instytucja zostanie zrealizowana do końca. Wierzę, że pan prezydent Karol Nawrocki uroczyście otworzy tą instytucję – powiedział. Zaprosił też do muzeum prezydenta Zełenskiego.

Tworzenie w Chełmie Muzeum Pamięci Ofiar Rzezi Wołyńskiej i Centrum Pamięci i Pojednania im. Lecha Kaczyńskiego rozpoczęto w 2020 roku. Samorząd miasta w 2022 roku dzięki dotacji ok. 4 mln zł z rezerwy Prezesa Rady Ministrów, nabył kompleks 11 dawnych carskich budynków przy ul. Hrubieszowskiej.

Koszt utworzenia placówki szacowany był wtedy na 180 mln zł, z czego 162 mln zł miała stanowić dotacja z Ministerstwa Kultury i Dziedzictwa Narodowego. Miasto Chełm zobowiązało się do przygotowania koncepcji oraz dokumentacji technicznej przedsięwzięcia. Pozostała część inwestycji miała zostać zrealizowana przez resort kultury.

Umowę między Chełm a resortem kultury zakładającą przyznanie dotacji na budowę i decyzję o współprowadzeniu instytucji zawarto w listopadzie 2023 r. Kilka miesięcy później, w styczniu 2024 r. resort zdecydował o jej wypowiedzeniu – jak tłumaczono – m.in. z powodu braku środków na realizację wielomilionowych zobowiązań. Miasto Chełm złożyło w tej sprawie pozew do sądu.

Karol Nawrocki w wystąpieniu podkreślał, że ważne i unikatowe muzeum w Chełmie „powstać musi nawet wbrew decyzjom ministerstwa kultury i dziedzictwa narodowego obecnego rządu” – To muzeum musi powstać i to muzeum będzie zawsze miało wsparcie prezydenta Polski – oświadczył prezydent elekt.

Dzień pamięci o Polakach ofiarach ludobójstwa dokonanego przez ukraińskich nacjonalistów na obywatelach II Rzeczypospolitej obchodzony jest 11 lipca, w rocznicę Krwawej Niedzieli.

11 i 12 lipca 1943 r. Ukraińska Powstańcza Armia dokonała skoordynowanego ataku na Polaków w 150 miejscowościach w powiatach włodzimierskim, horochowskim, kowelskim oraz łuckim. Według badaczy tylko 11 lipca mogło zginąć około 8 tys. Polaków, których rozstrzeliwano albo zabijano przy użyciu siekier, wideł czy noży. Było to apogeum mordów prowadzonych od lutego 1943 r. do wiosny 1945 r.

Łącznie w tym okresie na Wołyniu iw Galicji Wschodniej zginęło ponad 100 tys. Polaków, zamordowanych przez oddziały UPA i miejscową ludność ukraińską. Zbrodnia wołyńska spowodowała polski odwet, w wyniku którego zginęło 10-12 tys. Ukraińców, w tym 3-5 tys. na Wołyniu iw Galicji Wschodniej.

Polskę i Ukrainę od wielu lat różni pamięć o roli Organizacji Ukraińskich Nacjonalistów i Ukraińskiej Powstańczej Armii, która w latach 1943-45 dopuściła się ludobójczej czystki etnicznej na Polakach. O ile dla polskiej strony była to zbrodnia ludobójstwa (masowa i zorganizowana), o tyle dla Ukraińców był to efekt symetrycznego konfliktu zbrojnego, za który w równym stopniu odpowiedzialne były obie strony. Poza tym dla wielu Ukraińców OUN i UPA ze względu na ich powojenny ruch oporu wobec ZSRR postrzegane są jako organizacje wyłącznie antysowieckie, a nie antypolskie.

At the initiative of PSL, the Sejm in June this year accepted the Act on the establishment of the State Day on July 11 as a day of memory of Poles-victims of the genocide made by the OUN-UPA in the Eastern Borderlands of the Second Polish Republic. President Andrzej Duda signed it at the beginning of July. (Pap)

ren/ sno/ par/